VfB Stuttgart wint DFB-Pokal na doelpuntrijke finale tegen stuntploeg Arminia Bielefeld

VfB Stuttgart heeft voor de vierde keer in de clubhistorie en voor het eerst sinds 1997 beslag gelegd op de DFB-Pokal. In de finale was de ploeg van trainer Sebastian Hoeneß met 2-4 te sterk voor stuntploeg Arminia Bielefeld.

Het bekerseizoen van Arminia, dat zich inmiddels tot kampioen van het derde niveau van Duitsland heeft gekroond, was een waar voetbalsprookje. Op weg naar de finale schakelde Arminia FC Union Berlin (2-0), SC Freiburg (3-1), Werder Bremen (2-1) en Bayer Leverkusen (2-1) uit.

Bij Stuttgart, dat eerder dit bekertoernooi te sterk was voor onder meer FC Augsburg (1-0) en RB Leipzig (3-1), startte voormalig Eredivisionist Jeff Chabot in de basis. Ramon Hendriks begon op de bank, maar zou wel invallen.

Al vroeg in de wedstrijd kreeg Arminia een enorme mogelijkheid op de openingstreffer. Na een lage voorzet had Noah-Joel Sarenren-Bazee de bal vijf meter voor het doel voor het inschieten, maar hij raakte de lat.

Aan de andere kant van het veld was het een paar minuten later wel raak. Angelo Stiller stuurde Nick Woltemade diep, en de aanvaller verschalkte doelman Jonas Kersken: 0-1.

Toen ging het hard, want na een klein half uur spelen stond het al 0-3. Enzo Millot tekende uit de counter voor de 0-2, Deniz Undav na balverlies van Arminia voor de 0-3. In de tweede helft maakte Millot het nog pijnlijker voor Arminia, met een schuiver in de lange hoek na balverlies van Louis Oppie: 0-4.

Het was beslist, maar Arminia wist zich toch nog enigszins op te richten. Julian Kania tikte een lage voorzet binnen bij de eerste paal (1-4), en Josha Vagnoman kopte de bal ineens achter zijn eigen keeper: 2-4. Dat was de eindstand.