voetbalzone

‘Als een Ajax-talent vier duels goed speelt, kan hij naar alle grote clubs’

Robin Bruggeman03 mei 2018, 17:28
Laatst bijgewerkt: 03 mei 2018, 17:28
Advertentie
Advertentie

Richard Witschge doorliep in de jaren tachtig de jeugdopleiding van Ajax en maakte in 1986 zijn debuut voor de hoofdmacht van de Amsterdammers. Verspreid over twee periodes maakte hij in totaal twaalf jaar onderdeel uit van de het eerste van Ajax en na zijn pensioen als voetballer keerde hij weer terug om als trainer aan de slag te gaan. De huidige assistent van Erik ten Hag bij het eerste ziet veel verschillen tussen hoe het er vroeger en nu aan toegaat op De Toekomst.

“Er zijn grote verschillen tussen de jeugdopleiding van nu en van mijn tijd als jeugdspeler. Vroeger hadden we bijvoorbeeld één fysio voor de gehele jeugdopleiding”, blikt hij terug op de officiële website van Ajax. “Er was een klein hokje waarin hij zat: als je last had kwam je haast nooit aan de beurt. Je kreeg een beetje paraffine geloof ik. Verder waren er haast geen behandelingen, geen tape of iets dergelijks.”

Witschge ziet regelmatig jeugdspelers van Ajax vertrekken naar grote clubs in het buitenland en geeft aan dat daar toen hij zijn opleiding genoot in Amsterdam nog geen sprake van was: “Als een speler van de B1 nu vier wedstrijden op rij goed speelt wordt hij al gek gemaakt en kunnen ze naar alle grote clubs in Europa. In mijn tijd werden er nooit jeugdspelers getransfereerd”, legt hij uit.

Witschge is in de jeugd één keer door een andere club benaderd toen Benfica hem samen met zijn broer Rob naar Lissabon wilde halen. De voormalige middenvelder ziet de invloeden van buitenaf als een ‘groot nadeel’ voor de jeugdspelers van tegenwoordig: “In onze tijd had je het doel om in de basis te komen van je eigen elftal, met als uiteindelijke droom het eerste van Ajax. Die droom wordt nu weleens onderbroken door zaakwaarnemers en clubs uit Europa.”