Torres heeft geen uitzicht op prijzen en overweegt vertrek bij Liverpool

Liverpool moet vrezen voor een vertrek van Fernando Torres. De spits verruilde Atlético Madrid voor een avontuur in Engeland in de hoop om veel prijzen te winnen, maar op het moment is Liverpool daar ver van verwijderd. “De supporters hebben me altijd geweldig behandeld, maar ik moet over mijn toekomst nadenken”, zei de Spanjaard.

Torres maakte in de zomer van 2007 de overstap naar Engeland en groeide bij Liverpool uit tot een fenomeen. De spits maakte in zijn eerste seizoen direct 24 treffers in de Premier League en bereikte nog niet zolang geleden de grens van vijftig doelpunten. Met Torres persoonlijk gaat het dus bijzonder goed, maar dat kan niet gezegd worden van zijn werkgever Liverpool.

De ploeg van Rafael Benítez is dit seizoen niet meer dan een subtopper, die moet hopen op het vierde Champions League-ticket. Torres denkt niet dat dit met de huidige spelersgroep snel zal gaan veranderen en maakt zich zorgen. “Zonder versterkingen zullen we ook volgend jaar maximaal vierde kunnen worden”, zei de spits tegen AS. “Daarvoor ben ik hier echter niet gekomen. Ik wil de Premier League winnen en meedoen om de Champions League.”

Het is daarom niet uitgesloten dat Torres een transferverzoek zal gaan indienen. “Het is nog veel te vroeg om daarover te praten”, hield de international een slag om de arm. “Er zijn veel dingen waar je rekening mee moet houden en bovendien heb ik een doorlopend contract. Het is duidelijk dat ik veel aan Liverpool te danken heb en ik ben hier ook gelukkig, maar ik wil prijzen winnen. Deze club heeft geweldige supporters en die verdienen het ook om weer eens wat te winnen.”

De opdracht is daarom duidelijk: er moeten nieuwe sterspelers naar Anfield worden gelokt. “Ik geloof echt dat we nog vierde kunnen worden, maar voor mij is het behalen van Champions League-voetbal niet het belangrijkste”, zei El Nino. “Voor mij is het belangrijkste dat de club vier of vijf nieuwe spelers koopt die de ploeg ook echt sterker maken. Zonder versterkingen kunnen wij voorlopig weinig winnen.”