Sneijder wil WK vergeten: 'De pijn neemt elke dag toe'
Wesley Sneijder heeft in zijn hart nog lang geen vrede met de verloren WK-finale van afgelopen zomer. De middenvelder van Internazionale streed op 11 juli met Oranje tegen Spanje in Zuid-Afrika, maar moest de trofee aan de tegenstander laten. “Aanvankelijk lukte het me redelijk goed om me bij het verlies in de finale neer te leggen. Spanje was beter, klaar! Maar meer en meer komt het besef dat we ons onsterfelijk hadden kunnen maken”, zegt Sneijder zes maanden na dato.

“Wees eerlijk, hoeveel wedstrijden per jaar worden niet onterecht door ploegen gewonnen?”, vraagt Sneijder hardop in een interview met De Telegraaf. “We hebben de kansen daarvoor gehad. En daardoor neemt de pijn elke dag toe. Hoe mooi was het geweest als we het Nederlandse volk de wereldtitel hadden kunnen schenken? Hou maar op. Ik word er niet vrolijk van.” Sneijder had een vierde prijs willen toevoegen aan zijn palmares, na de treble (landstitel, beker en Champions League) met Inter in de maanden ervoor.
“Gek genoeg beleef ik in mijn herinneringen ook meer plezier aan de Champions League dan Zuid-Afrika. Elke sportman wil iets tastbaars en de vreugde was zó groot in Madrid en later Milaan. Het gevoel als je die beker in je handen hebt: onbeschrijfelijk. In Johannesburg heb ik er alleen langs mogen lopen en naar kunnen kijken. Daarentegen was de ontvangst in Nederland onvergetelijk.”
De 73-voudig international stopt het WK zelf weg. “Ik heb een schotelantenne, kan alle Nederlandse zenders ontvangen en heb reden om trots op 2010 terug te kijken. Maar de jaaroverzichten kunnen me gestolen worden. Ik ben tot de negentiende in Abu Dhabi (WK voor clubteams, red.) en daarna ga ik met mijn vrienden en familie op vakantie.” Tussendoor maakt Sneijder kans nog een persoonlijke prijs te winnen. “Dat ik ben genomineerd voor de titel Sportman van het Jaar vervult me met trots. Nadat ik de envelop na Inter – FC Twente mocht openmaken, was ik emotioneel en verbaasde ik mezelf. Ik heb begrepen dat het bijna nooit voorkomt, dat een voetballer kans maakt op die prijs.”