Beste bezoeker, je bent op een artikel over wedden terechtgekomen, maar je bent niet oud genoeg om deze content te lezen.

Beste bezoeker, je bent op een artikel over wedden terechtgekomen, maar je hebt eerder aangegeven deze content niet te willen zien.
 

Om content over online kansspelen volgens wet- en regelgeving te tonen, willen we zeker weten tot welke leeftijdsgroep u behoort.

Door je keuze te maken bevestig je dat je je bewust bent van de risico’s van online kansspelen en dat je momenteel niet bent uitgesloten van deelname aan kansspelen bij online kansspelaanbieders.

‘Dit is een kleine club, met Champions League-faciliteiten’

Laatste update:

AMSTERDAM/LA NUCÍA - “Wel een makkelijk interview, hij hoeft niks te vragen. Dat tekent onze passie, laten we het daarop houden”, lacht Juan Viedma halverwege het gesprek met Voetbalzone. Vol passie praat de de oud-verdediger van NEC, Compostela, RBC Roosendaal en FC Omniworld in de kantine van de Amsterdamse amateurclub Swift met compagnon René Mosch over een project dat zich ruim tweeduizend kilometer zuidelijker afspeelt. Sinds afgelopen zomer zijn Viedma en Mosch samen met Gaby Snijder mede-eigenaar van het Spaanse CF La Nucía.

Door Chris Meijer

Daags voor het interview vertelt Mosch telefonisch dat het momenteel nogal een hectische tijd is voor het drietal. Mosch, Snijder en Viedma hebben samen het bedrijf Totaal Voetbal, dat zich naast voetbal ook met vastgoed bezighoudt. Dat leverde contact op met de Chinese zakenman Stanley Yu, de eigenaar van Sockatyes, die betrokken is bij de ontwikkeling van het omvangrijke sportcomplex in La Nucía. Via Yu kreeg het Nederlandse drietal de mogelijkheid om mede-eigenaar te worden van de club, uitkomend op het vierde niveau van het Spaanse voetbal in de Tercera División. “Daar hebben we heel even over nagedacht. Er worden daar 51 sporten bedreven, alles ademt sport op het complex van La Nucía. Wij hadden zoiets van: hier willen we deel van uitmaken”, legt Mosch uit.

René Mosch samen met Cedric Main.

“Het biedt heel veel mogelijkheden voor ons, maar we zijn niet de mede-eigenaren die met veertig miljoen komen. Er zit rek in de club, ja. Ontzettend veel. We zijn ook niet over één nacht ijs gegaan. We hebben alles bekeken. We krijgen de vrijheid, omdat wij ons heel open hebben opgesteld”, voegt Viedma toe. De komst van het Nederlandse drietal zorgde in eerste instantie voor wat onrust in La Nucía. Men was er enigszins bang voor dat er direct schoon schip gemaakt zou worden door de nieuwe eigenaren. “Nee, dat doen we niet. We zijn geen standaard clubeigenaren, we staan naast de mensen. De voorzitter en de technische staf zijn bijvoorbeeld nog dezelfde mensen die er altijd al zaten. We hebben nu drie of vier keer per week contact met de technisch directeur, als ik niet overdrijf. Over details, over jongens, over de speelwijze. Maar het is niet zo dat we zeggen: het moet zo en zo. We gaan niet als een olifant door een porseleinkast.”

Trencín als spiegel
Niels Butter speelt sinds afgelopen zomer in La Nucía B. De negentienjarige aanvallende middenvelder moest na vorig seizoen vertrekken bij Feyenoord. “Het liefst wilde ik in Nederland mijn carrière voortzetten, maar dat is helaas niet gelukt. Toen kwam dit en het leek mij een mooie uitdaging om me hier te laten zien en om weer een stap omhoog te zetten. Er komen hier veel scouts kijken, dus het is mijn doel om het eerste te halen en van daaruit stappen te zetten”, vertelt Butter vanuit Spanje. Hij is niet de enige Nederlandse speler die sinds dit seizoen voor La Nucía speelt. Ook Cedric Main (ex-Ajax), Kiki Metten (ex-FC Twente en Ajax), Loran Venrooy (overgekomen van Zeeburgia), Jonoah Rutumalessy (overgekomen van Hollandia), Nino van den Heuvel (overgekomen van Fortuna Wormerveer) en Delano Woud (overgekomen van KFC) spelen momenteel in het tweede elftal van de Spaanse club.

Het eerste dat Mosch, Viedma en Snijder hebben gedaan als mede-eigenaren, is het verbeteren van La Nucía B. De kloof tussen het eerste en tweede elftal was voor hun komst behoorlijk groot. “Ik wil niet zeggen dat het helemaal geen niveau was, maar er speelden bijvoorbeeld ook jongens die ouder dan dertig waren. Wij hebben er echt een Onder-23 team van gemaakt, dus alle talentvolle jongens beginnen daar. Niels is daar begonnen, maar traint nu al vast met het eerste mee. Dus wie het goed doet, wordt beloond en krijgt daar een podium. We willen talentvolle jongens uit Nederland, of eigenlijk vanuit de hele wereld, meenemen in ons programma. Natuurlijk is het in eerste instantie voor La Nucía, maar we merken nu in een aantal weken al dat scouts wekelijks staan te kijken”, zegt Viedma. Mosch somt vervolgens op wie er al in de gaten worden gehouden door de Spaanse scouts: “Kijk, dat is ook weer het zakelijke perspectief voor ons. We zijn er heel open in. Het komt vanuit een bepaalde passie, maar het is ook iets zakelijks.”

Niels Butter op het complex van La Nucía.

“Niels kon misschien wel bij RKC Waalwijk aan de bak en heeft toch voor dit verhaal gekozen. Hetzelfde geldt voor jongens vanuit het amateurvoetbal. Ik zal je zeggen: voor de jongste die uit de amateurwereld (Venrooy, red.) komt, is nu al serieuze belangstelling uit twee andere landen. Nu al. Jongens als Niels ontwikkelen zich door en daardoor ontstaan er ook zakelijke mogelijkheden. Er kan eigenlijk iets ontstaan zoals AS Trencín, al wil ik het niet teveel vergelijken”, wijst Mosch op de Slowaakse club, die in handen is van Tscheu La Ling. Viedma knikt instemmend en zegt: “Dat is wel een beetje de spiegel, het is niet dat we dat één-op-één gaan namaken.”

“Twee keer per dag trainen, elke week drie wedstrijden, eten op de club: het gaat er zeker professioneel aan toe”, beaamt Butter, die eerder in de jeugdopleiding van AZ speelde. Na twee weken in het oosten van Spanje, mocht de aanvallende middenvelder al aansluiten bij het eerste elftal van La Nucía. “Het is te vergelijken met hoe het er bij Feyenoord aan toeging, qua faciliteiten, trainingsintensiteit en trainingsopbouw. Het is een hele ambitieuze club, die snel stappen wil gaan maken. Je proeft die ambities. In Nederland was het heel lastig om aan de bak te komen. Ik had opties om bij Jong-teams aan de slag te gaan, maar dat sprak me niet aan. Toen heb ik deze keuze gemaakt, wat misschien qua club en niveau wel een stapje terug is. Naarmate je hier komt en begint te trainen, merk je dat er professionaliteit inzit. Ze willen omhoog en dat geeft meer energie en vertrouwen dat dit een goede keuze is geweest.”

“Het is zeker geen straf om hier te spelen. Het is zaak om mijn ding te blijven doen en daarna een stap hogerop te zetten, want dat is waarom ik hier ben. Ik vind het leuk hier te spelen, maar het is niet het plafond dat ik voor ogen heb. Voor mij is het een mooie opstap om omhoog te gaan”, vervolgt de aanvallende middenvelder. Hij vergelijkt het niveau in de Tercera Divísion met de onderkant van de Keuken Kampioen Divisie. Het eerste elftal van La Nucía wil zo spoedig mogelijk promoveren naar de Segunda Divísion B, het vierde niveau van het Spaanse voetbal. “Ik ben ervan overtuigd dat ik als ik zo door blijf gaan, ik vanzelf een kans krijg in het eerste. Als ik die kans eenmaal heb gekregen, dan moet ik die grijpen en in de basis blijven staan. Vanuit daar kan je weer een stapje verder zetten. Een niveau hoger spelen Valencia B en Barcelona B, speel je Copa del Rey, dus daar wordt voldoende naar gekeken. Alles is tot in de puntjes geregeld. Een ijsbad, sauna’s, voetvolley-veldjes, drie gym’s, een videozaal: je kan doen wat je wil en jezelf optimaal ontwikkelen. Qua faciliteiten zijn ze al een stuk verder dan het vierde niveau. Ze denken en gedragen zich als een club die op het tweede niveau speelt.”

Champions League-faciliteiten
La Nucía speelt zijn thuiswedstrijden op Camilo Cano, een indrukwekkend en multifunctioneel sportcomplex. Voor de club wordt momenteel een splinternieuw stadion op het complex gebouwd, terwijl er tevens hotels en een dependance van een universiteit verrijzen. La Nucía noemt zich ‘city of sports’ en Camilo Cano werd al eens verkozen tot Europees sportcomplex van het jaar. Onder meer Zenit, Schalke 04, Manchester City en het Engelse nationale team belegden al eens hun trainingskamp in La Nucía. Totaal Voetbal organiseert tevens trainingskampen voor clubs die een periode in La Nucía willen spenderen. “Sonny Silooy was op vakantie en stuurde mij een foto van dat hij op het complex was. Hij heeft veel gezien, maar hij was echt onder de indruk. Dat is natuurlijk leuk om te horen”, glimlacht Viedma. “La Nucía is een kleine club, met Champions League-faciliteiten. Het was een clubje van niks, maar vergis je niet. Er is een megacomplex omheen gebouwd en ze plukken daar de vruchten van. Je kan er op bouwen, maar je moet onderaan beginnen. De potentie moet benut worden.”

“Er loopt ontzettend veel talent in Spanje, niet normaal. AZ en Ajax scouten in de lagere regionen, dat zegt wel wat. Als je de goede spelers eruit kan pikken, met al die faciliteiten. We huren een residentie, waar dertig of veertig jongens kunnen wonen. Uiteindelijk hebben wij ook de faciliteiten zoals La Masia van Barcelona, alleen niet het niveau”, vervolgt de oud-prof. Mosch voegt toe dat er in Spanje soms nog wat structuur mist. “Dan moet je niet alleen op een Nederlandse manier structuur erin brengen, maar een beetje het beste van beide werelden vinden. We hebben allebei op een aardig niveau gevoetbald, Juan al helemaal. Hij is benaderbaar, zegt verstandige dingen. We hebben contacten met grote spelers en trainers. Ze zien heel veel positieve dingen van ons en niet dat we snel geld willen verdienen. Dit is puur investeren om een leuke tijd te hebben.”

“Er hebben wel wat vergaderingen aan te pas moeten komen”, reageert Viedma, die half Spaans is. Mosch onderbreekt hem en klopt op zijn schouder. “Maar jij bent belangrijk. Dan ga ik het maar zeggen. Ik ben best benaderbaar en soms zeg ik wel wijze dingen, maar er is sprake van een taalbarrière. Juan heeft een achtergrond als prof, een goede persoonlijkheid en spreekt de taal. Wat hij in vijf minuten doet, daar hebben wij een hele dag voor nodig”, zegt hij. Viedma lacht en gaat verder: “We hebben er nu al een overlegstructuur in gebracht. We hebben ingevoerd dat ze elke week gaan zitten met iedereen die betrokken is. Ze overleggen over wat er wel en niet goed gaat, over trainingen. Uiteindelijk komt het bij ons terecht en wij kunnen daar ook in adviseren.”

Spelers met een krasje
Het Totaal Voetbal van Viedma, Mosch en Snijder begeleidt niet alleen spelers in het betaald voetbal, maar ook jongens (‘talentvol, maar met een krasje’) die de profclubs (nog) niet hebben opgepikt. Eén de spelers die via hen bij La Nucía terechtkwam, is de twintigjarige Metten. Hij speelde in de jeugdopleiding van Ajax en FC Twente, maar zat de afgelopen anderhalf jaar zonder club. De vleugelaanvaller werd afgelopen zomer ondergebracht bij La Nucía. “Deze stap leek voor mij de beste, zodat ik tijdelijk uit Nederland kon vertrekken en een andere ervaring kon proeven. Het is hier te vergelijken met clubs als FC Twente en Ajax. Ik keek er een beetje van op dat de club zo professioneel is. Het maakt La Nucía aantrekkelijk. Ik ben op de weg terug, het gaat zeker goed. Ik maak echt stappen, ik begin anders te voetballen en zie de kansen vanzelf komen”, legt Metten uit. “Je moet het nu zien als een club uit de Keuken Kampioen Divisie, maar wel met heel veel potentie. Het is niet zo dat ik hier wil eindigen, maar dit is een goede plek om te wennen aan het Spaanse voetbal.”

Kiki Metten (midden) met de spelersgroep van La Nucía B.

“Van zo'n jongen die bij KFC of Zeeburgia speelde, dachten wij: hoe is het mogelijk dat hij hier nog voetbalt? Maar goed, oké. We kunnen honderd keer tegen die scouts zeggen dat ze hem moeten nemen”, vertelt Mosch. “Nu zit hij een maand in Spanje en er zijn al drie BVO’s, en niet de minsten, die hem hebben in het vizier hebben. Niet dat wij ons gelijk willen halen”, voegt Viedma toe. “Je hebt ook de azijnzeikers, dat is typisch Nederlands. Die zeggen dan over bepaalde spelers die wij onder onze hoede nemen: Dat wordt toch nooit een prof. Nee, misschien niet. Maar het is wel een verrijking voor zijn leven in de jaren dat hij bij La Nucía zit. Uiteindelijk worden wij ook steeds strenger en gaan we selecteren, waardoor de beste overblijven.”

Lieve zaakwaarnemers
De Nederlanders hebben zich deze zomer nog niet bemoeid met het eerste elftal. De selectie van La Nucía was al rond op het moment dat zij arriveerden. “Dat vond ik wel lastig”, lacht Mosch. Volgens Viedma willen de mede-eigenaren op korte termijn ook een rol spelen bij het eerste elftal. Naast het verbeteren van het tweede team is er de afgelopen tijd geprobeerd om structuur aan te brengen in de jeugdopleiding van La Nucía. “We gaan al in de winterstop wat doen bij het eerste elftal. We zijn nu bezig met wat spelers, maar wel in overleg. Het hangt er vanaf wie we kunnen inpassen. Tot nu toe gaat het goed, want ze staan bovenaan. Het zegt niks, want het seizoen is nog lang. Vorig jaar hebben ze het in de play-offs niet gered. Stel dat ze promoveren, zorgt het voor meer aantrekkingskracht en budget.”

De titel mede-eigenaar heeft in ieder geval het nodige veranderd voor Viedma en Mosch. “Die zaakwaarnemers gaan nu allemaal ons bellen, hoeven we er niet meer achteraan”, lacht Viedma. “En ze doen allemaal lief, joh”, antwoordt Mosch. “Ook die mij nog nooit benaderd hadden, bellen me ineens op: Hé hoe is het, man? Lang geleden! Ik maak een dolletje, maar zo werkt het. Als zij een speler kunnen stallen en het wordt een succes, is het voor hen gunstig”, vervolgt Viedma. Mosch haakt in: “Tuurlijk, dat is ook logisch. Laatst sprak ik zelfs iemand die een speler van Lazio bij ons wilde stallen. Toen zei ik: hij gaat wel een heel stuk inleveren. Maar er was een constructie bedacht, waarin Lazio een deel van zijn salaris zou ophoesten. Het is leuk dat je op dat niveau al bezig bent.”

“Ik ben ook al gebeld of we de club alweer van de hand wilden doen. Echt. Ik ben ook benaderd door iemand met de vraag of we mee wilden doen met een Oostenrijkse club. Omdat ze bij wijze van spreken dit wilde doen”, zegt Mosch terwijl hij met zij handen een driehoek vormt. “Een soort City Football Group of Red Bull-achtig idee”, vult Viedma aan. “Ik heb bij Compostela gespeeld en die promoveerden drie keer achter elkaar. Maar dat kan gewoon niet meer, met al het geld dat een rol speelt. Als je een basis hebt, met een opleiding, en je haalt over vijf jaar de Segunda Division: dat zou voor ons al de Champions League zijn. In Spanje komt er ook een potje met geld als we promoveren, dat hebben we al begroot gezien. Dat schept meer ruimte voor de hele club”, zegt hij. Mosch zucht eens en besluit: “Uit een passie ontstaan soms leuke dingen. Er komen zoveel interessante dingen voorbij. Je moet oppassen dat je niet in teveel dingen stapt. Maar het is heel leuk en iedereen wordt enthousiast van dit project.”

Zie jij La Nucía op termijn promoveren naar de Segunda Divísion?

Meer nieuws

1
2

Meer sportnieuws

Reacties

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

Reageer

Je kunt niet reageren op oude documenten.

X

Inloggen op Voetbalzone

Leuk dat je actief wilt zijn op de grootste voetbal community van Nederland. Voor alle mogelijkheden lees je onze FAQ.

Gebruikersnaam
Wachtwoord
 
Wachtwoord vergeten?
Registreren