De terugkeer van de Feyenoorder waar iedereen soms gek van werd
Robin van Persie keerde zaterdagavond terug in De Kuip. Deze keer niet als (jeugd-)speler of fan van de club, maar als coach van tegenstander sc Heerenveen. Zijn team ging kansloos onderuit (3-0), maar het kind van de club kreeg van Het Legioen wel een zeer warm welkom. Lees exclusief op Voetbalzone Van Persies portret uit Cultspelers van Feyenoord, het boek van Sander Grasman dat deze week verscheen.
Door Sander Grasman
De buurvrouw werd soms gek van hem. Boem, boem, boem, boem. Als ze de doffe dreunen tegen haar muur hoorde, dan wist ze precies hoe laat het was. Ze had met die jongen van Van Persie afgesproken dat hij niet voor negenen in het steegje mocht voetballen, dus zodra het kabaal begon wist ze dat het negen uur was. Ze kon er de klok op gelijkzetten.
De winkelier om de hoek werd soms gek van hem. De kleine Robin en zijn bal waren onafscheidelijk. Je zag hem in de Jaffadwarsstraat nooit zonder. Dan liep-ie ermee aan zijn voeten, in zijn trainingspak, slalomde langs andere mensen die daar liepen of hield hem hele stukken in de lucht, van zijn voet naar zijn knie en weer terug. Als zijn vader hem voor een boodschapje de deur uit stuurde, kwam hij gewoon met de bal de winkel in gedribbeld, speelde hem bij mensen tussen de benen door en dan was hij de koning te rijk.
Aad Putters werd soms gek van hem. Zoals die keer dat de kleine Van Persie met zijn vader naar een training van de F’jes van Excelsior kwam. De jongen was pas 5 en moest 6 zijn om lid te worden. De jeugdtrainer moest het meermaals tegen hem zeggen. Ze namen er lange tijd geen genoegen mee, bleven aandringen, maar uiteindelijk gaven ze het op. De kleine Robin, met de tranen achter de ogen, bleef nog wel even kijken hoe die jongetjes, één, twee jaar ouder dan hij, een afwerkoefening deden. Elke bal die naast ging, schoot hij terug. Hard, strak en precies op maat. De volgende training stond Robin naast hen op het veld, als jongste lid van Excelsior.
Pierre van Hooijdonk werd soms gek van hem. Vooral die keer dat een getergde Van Persie een vrije trap voor zijn neus tegen de paal schoot. Het talent had zich die dag vergist in de zomertijd, was voor straf door Bert van Marwijk op de bank gezet en wilde nu – misschien wel symbolisch na een uur ingebracht – iets goedmaken. Van Hooijdonk was het echter niet eens met de timing van de dadendrang van zijn jonge teamgenoot en stuurde hem weg. Na wat misbaar gemaakt te hebben, zag Van Persie het heilloze van zijn missie in en zei: ‘Weet je wat, Pierre, neem jij hem maar.’ Terwijl de specialist zich vervolgens opmaakte om een van zijn befaamde trappen af te leveren, zag hij uit zijn ooghoeken dat Van Persie geprofiteerd had van dit moment van onachtzaamheid, zijn aanloop inzette en razendsnel de bal richting het doel van RKC slingerde. Een bal op de paal en een jarenlange vete waren het resultaat.
Bert van Marwijk werd soms gek van hem. Hij zag hoe speciaal de jongen was, wilde niets liever dan hem helpen de top te bereiken, maar zag de jongen te vaak lichtzinnig met zijn talent omgaan. Het was uiteindelijk een reden voor hem om de speler uit de selectie van Feyenoord te zetten. Toch hebben de twee altijd een goede band gehouden en na Van Persies vertrek naar Arsenal bereikten ze samen met Oranje de WK-finale in 2010.
In de zomer van 2004 vertrok de toen 20-jarige Van Persie na een flirt met PSV naar het Arsenal van Thierry Henry, Dennis Bergkamp en Arsène Wenger. Velen dachten daarna nooit meer iets van hem te vernemen. Wat dacht zo’n jongen die in Rotterdam-Zuid zelfs af en toe op de bank was beland te gaan doen bij een van de sterkste ploegen van Europa? Maar de buitenspeler bewees het ongelijk van zijn critici, die volgens hem vaak niet verder keken dan een paar incidenten.
Hij keek van Bergkamp de kunst af te leven voor je sport, werd langzaam gebracht door Wenger en vormde een geweldig duo met Henry. In Noord-Londen won hij één keer de FA Cup, maar de landstitel ontglipte hem steeds. Hij wist dat hij een gevoelige stap moest maken om alsnog een keer kampioen van Engeland te worden en op 17 augustus 2012 kwam het rond: Van Persie werd de nieuwe aanvalsleider van Sir Alex Fergusons Manchester United. Een jaar later was de Nederlander voor het eerst landskampioen.
Toen zijn avontuur in Engeland ten einde liep, waren er al geruchten over een mogelijke terugkeer naar Rotterdam, maar hij stelde het onvermijdelijke uit en streek eerst nog neer in Turkije, bij Fenerbahçe, waar het lichaam echter vaker begon tegen te sputteren en de thuishaven steeds nadrukkelijker lonkte. In de winter van 2018 liet hij zijn contract ontbinden en keerde alsnog terug naar zijn geboortestad.
Van Persie was op jonge leeftijd vertrokken bij de club als rebels, misschien wat verwend toptalent, maar keerde na een glansrijke carrière terug op het oude nest als een gedistingeerde voetbalromanticus, met krakende gewrichten, zijn karakteristiek gekromde voetballersbenen en grijzend aan de slapen. Alles wat Van Persie doet, doet hij met finesse, klasse en schoonheid, zelfs dit grijs worden. De ouwe vos had zijn haar dus nog, en terwijl hij zijn streken misschien ook niet helemaal verloren was, waren ze wel zachter, vriendelijker geworden.
Terug in De Kuip zagen we de liefhebber die hij altijd geweest was. Zo kon hij lezen en schrijven met spelers om hem heen wier ragfijne techniek ook op de straatstenen geslepen was en eindelijk, eindelijk wist hij eens te winnen van Ajax. En hoe. Na een moeilijk begin nam de spits zijn ploeg hoogstpersoonlijk bij de hand, maakte aan weerszijden van het rustsignaal de 3-2 en de 4-2 en zag vervolgens teamgenoten de uitslag nog naar een eclatante 6-2 tillen.
O ja, hij werd ook nog topscorer van Oranje, maakte onder andere die ene legendarische goal tegen Spanje en speelde een WK-finale. Robin van Persie, het kind van Kralingen en Varkenoord, was een superster geworden.
Wil je meer portretten van Cultspelers van Feyenoord lezen, bestel het boek dan hier!