voetbalzone

David versus Goliath

18 nov 2010, 08:49
Laatst bijgewerkt: 18 nov 2010, 08:49
Advertentie
Advertentie

''Sjakie! Sjakie!'', schreeuwt een bestuurslid van Ajax. ''Wat ga je doen man?!'', klinkt uit de keel van Jaap Hordijk, de mollige bestuurder. Waarop de flamboyante man waar tegen gesproken word antwoordt: ''Het is toch rust?''

Wat ik zojuist beschreef was een historisch moment in de clubgeschiedenis van Ajax. Namelijk de befaamde mistwedstrijd in het Olympisch Stadion. Een mysterieuze overwinning van de Amsterdammers, want zelfs de mensen in het stadion konden de bal amper volgen. En juichten pas bij een doelpunt wanneer de buurman aan de andere kant al half schor was. 5-1 werd het liefst, en slag één was gewonnen door Rinus Michels. Destijds heeft hij als trainer van Ajax de ondankbare taak Ajax gekregen weer omhoog te helpen, hij heeft later talloze successen geboekt maar dit was er een om nooit meer te vergeten.

Vooraf aan de wedstrijd was er veel ophef in de media. Het grote Liverpool van manager Bill Shankly had tegen Ajax geloot voor de volgende ronde van de Europa Cup I. Ajax werd bij voorbaat afschreven, want Liverpool kwam immers uit Engeland en was daar ook nog eens een van de grote jongens. Ajax telde Europees niet mee. Maar als echte Amsterdammer liet Michels zich niet kennen, en speelde hij mee in het spelletje van Shankly. Bluffen met alle gevolgen van dien. Inzet werd beloond, de supporters werden vermaakt en de trainer was tevreden.

Het mooiste aan de wedstrijd was het veldspel van Ajax. Met nadruk het spel van Sjaak Swart. Deze vedette passeerde de ene na de andere speler van Liverpool. Horendol werden ze ervan want er waren slechts een paar meter zichtbaar door de mist. Het eigen doel was vaag herkenbaar, maar het doel van de tegenstander vinden was nattevingerwerk. En daar profiteerde Swart van. Die dekselse buitenspeler dook zo voor je op en voor je het wist was de bal met de rechter of linkervoet al onnavolgbaar aan je voorbij gegaan.

Uitgeput na deze fysieke inspanningen hoorde hij aan de andere kant van het veld een fluitje. ''Hehe, eindelijk rust'', dacht hij. Hij liep het veld al af en was net in de catacomben toen hij werd ingehaald. Paniekerig rende hij terug, na de wijze woorden van Hordijk. Het drong tot hem door dat het spel nog steeds aan de gang is. Net op tijd zat er weer gras onder zijn noppen, en meteen kreeg hij de bal aangespeeld van Johan Cruijff. Vol adrenaline rende Swart zich voorbij de Britse defensie en gaf een geweldige voorzet op maat. Er werd uit gescoord en het was vlak erna echt rust. Tussenstand: 4-0.

Maar dat was vroeger, toen schreef je poep nog met lange oe en hadden voetballers nog een persoonlijkheid. Tegenwoordig zijn trainers en spelers bang om voor hun mening uit te komen. De voetballers die het durven worden afgeschilderd als arrogante klootzakken, en diegenen die braaf luisteren naar de persvoorlichter worden ervan beschuldigt saai te zijn. Inhoudsloos. Allemaal voorgekauwde leugens zijn het. Daarmee bedoel ik dat je gewoon van de spelers kunt aflezen dat ze niet menen wat ze vertellen. Het is een trend geworden om eerst te zeggen: met alle respect en vervolgens de tegenpartij te kleineren. Een trainer hoort er pas bij als die een wedstrijd tegen amateurs uitvoerig bestudeert en tot de conclusie komt dat ze ''gevaarlijk kunnen counteren'', en ''goed georganiseerd verdedigen, een erg stugge ploeg dus''. Daarom kijk ik tegenwoordig pas naar de wedstrijd als deze al vijf minuten bezig is. Ik hoef niet meer te horen hoe Martin Jol zijn spelers heeft ''opgepept'' als ze weer als dolende schooljongetjes zich de les laten lezen door de tegenstander. Ik verlang terug naar de tijden van de Generaal. Waarin de spelers zich vol gaven voor de club en de supporters in extase lieten raken. Zoals destijds in het Olympisch Stadion.

De uiteindelijke uitslag is voor iedereen bekend, Ajax wint met 5-1, en Shankly zijn media-offensief om de spelers van Ajax onder druk te zetten is mislukt. Wanneer ik aan deze wedstrijd terugdenk, schiet mij iets te binnen. Over twee weken speelt het huidige Ajax weer een wedstrijd tegen een Europese grootmacht. Deze keer is de tegenstander Real Madrid, met opnieuw een trainer die niet op zijn mondje is gevallen. Zoals het er naar uitziet zullen de Amsterdammers roemloos het hoogste podium verlaten, maar ik geloof nog in een stunt. Net zoals vierenveertig jaar geleden moet Ajax weer die Amsterdamse bluf te pakken krijgen. Alleen door lak te hebben aan de tegenstander, en ze niet te overschatten is er destijds gewonnen. ''Uitgaan van de eigen kracht'', dat wil ik horen uit de keel van Jol.

En wie weet herhaalt de geschiedenis zich dan opnieuw, het is er inmiddels koud en mistig genoeg voor in Nederland, en het zou mooi zijn als er wederom een voetbal-versie is van David versus Goliath.