Noa Lang staat door woorden van teamgenoot bij PSV langer op trainingsveld: 'Wat hij tegen mij zei, was een eyeopener'

Noa Lang wil er nog altijd alles aan doen om de absolute top te behalen. Sinds korte tijd staat de vleugelaanvaller op eigen initiatief langer op het trainingsveld bij PSV, zo geeft hij aan in gesprek met ELF Voetbal. De woorden van een teamgenoot gaven daarin de doorslag.

Rik Elfrink bracht zaterdagochtend het nieuws dat Lang vrijwel zeker vertrekt bij PSV aan het einde van het seizoen. Dat weerhoudt de 25-jarige aanvaller er echter niet van om nog altijd tot het uiterste te gaan.

Op een winterse zondagavond werkt hij namelijk een extra sessie af op het veld, samen met Ivan Perisic. “Het klopt, maar jammer dat mensen hier achter zijn gekomen”, vertelt Lang, die door gesprekken met de ervaren Kroaat tot de conclusie kwam dat hij een stapje extra moest zetten.

“Na gesprekken met Ivan trok ik voor mezelf de conclusie dat ik extra werk wilde verrichten. Ik deed er blijkbaar minder voor dan andere spelers. Ik heb altijd puur op mijn talent gevoetbald. Ivan deed er juist meer voor. Hij gelooft in mij en vindt dat ik de absolute top kan halen.”

Dat zal echter niet vanzelf gaan, beseft ook Lang. “Maar dan moet ik er meer voor doen. Hij heeft veel jongens gezien. Dan moet je dat aannemen. Samen besloten we extra te gaan trainen. Maar liever wil ik hier niet over praten. Ik werk liever rustig achter de schermen.”

Lang gelooft nog altijd dat hij het in zich heeft om de absolute top te halen. “Wat Ivan tegen me zei, was een eyeopener. Het is nooit te laat om de top te halen. Haal ik het straks niet, dan heeft het niet enkel aan mezelf gelegen. Ik wil voorkomen dat ik straks tegen mezelf moet zeggen dat ik niet alles eruit heb gehaald.”

Door de knotsgekke laatste weken in de Eredivisie, heeft PSV de landstitel nu plots voor het grijpen. Reden voor een nieuwe tattoo? “Ik heb geen enkele kampioenstattoo. Als ik er ooit eentje laat zetten, is dat er een van Club Brugge”, aldus Lang. “Ik heb daar leuke jaren meegemaakt.”