Rafael van der Vaart: 'Daar moeten keepers gewoon hun smoel over houden'
Rafael van der Vaart laat kort voor de finale van de Champions League-finale tussen Paris Saint-Germain en Inter zijn licht schijnen over de beide keepers. Gianluigi Donnarumma en Yann Sommer beleven een topseizoen op het Europese toneel, al heeft Van der Vaart wel een kritische kanttekening.
''Worden keepers onderschat of overschat?'', vraagt presentator Sam van Royen aan Van der Vaart in de studio van Ziggo Sport. ''Het is wel lekker als je een goede keeper hebt'', merkt de analist direct op.
Om er direct aan toe te voegen: ''Maar ze moeten wel hun smoel houden over het voetballende gedeelte. Gewoon lekker die ballen tegenhouden'', geeft Van der Vaart mee aan de huidige generatie keepers. ''Je ziet het nu steeds vaker. Je ziet ze opbouwen en wijzen. Maar ze moeten gewoon die bal tegenhouden, en that's it.''
''Maar wij hadden bijvoorbeeld Edwin van der Sar. Als iemand op doel ging schieten op de trainingen dachten we: waar gaan we aan beginnen? In dat doel was er dan sowieso bijna geen ruimte meer. Dat is wel lekker'', doelt Van der Vaart op zijn jarenlange samenwerking met Van der Sar bij het Nederlands elftal.
''Maar keepers moeten niet praten over tactiek. Of waar ik de bal moet spelen'', zet de oud-middenvelder zijn mening extra kracht bij.
Marco van Basten is milder over de keepers van nu. Hij is vooral onder de indruk van Donnarumma en Sommer. ''Ze hebben dit jaar voortreffelijk gekeept. Sommer keepte echt geweldig, met enorm goede reddingen. Maar Donnarumma heeft ook het beste seizoen uit zijn leven.''
Van der Vaart haakt daar tot slot op in. ''De slechtste voetballer wordt keeper. Niemand begint als keeper. Maar dan heb je een achterbal en leg je hem breed op de keeper, dat vind ik wel een gekke ontwikkeling van het voetbal.''