Kind van de club baalt van situatie bij FC Groningen: 'Als ik niet speel...'
FC Groningen sloot het Eredivisie-seizoen 2024/25 zondag af met een 2-0 nederlaag bij PEC Zwolle. Romano Postema had voor het eerst in vier maanden tijd weer eens een basisplaats, maar kon geen potten breken. In gesprek met het Dagblad van het Noorden bespreekt hij zijn teleurstelling over de verliespartij en over zijn geringe speeltijd in de afgelopen campagne.
Door de schorsing van Luciano Valente, die in de slotfase van het roemrijke gelijkspel met Ajax (2-2) een paar dagen eerder van het veld werd gestuurd na een harde charge op Jordan Henderson, moest trainer Dick Lukkien wijzigingen doorvoeren. Hij kon kiezen voor onder anderen Brynjólfur Willumsson en Mats Seuntjens, maar kwam uit bij Postema.
“Je staat toch anders op als je weet dat je in de basis staat. Toen ik dat hoorde, toverde het wel even een lach op mijn gezicht”, vertelt het 23-jarige kind van de club. “Je hebt ineens heel veel zin in de dag als je hoort dat je speelt. Veel meer dan wanneer ik weer op de bank zou zitten. Het was mooi dat ik eindelijk weer eens een hele wedstrijd kon spelen. Dat gaf op zich een heerlijk gevoel.”
Het affiche in Zwolle leverde minder fijne gevoelens op. “Natuurlijk mogen we trots zijn op wat we hebben neergezet met zijn allen in dit seizoen, maar dat het in de laatste wedstrijd tegen PEC dan nog zo misgaat, is toch wel erg jammer”, doelt Postema op het gegeven dat Groningen zich in de laatste speelronde had kunnen kwalificeren voor de play-offs om Europees voetbal. “Het gevoel dat ons dat niet is gelukt overheerst bij mij nu wel even.”
Zondag deelde Lukkien pas voor de dertiende keer een Eredivisie-basisplaats uit aan Postema, die openlijk twijfelt over zijn toekomst bij de club waar hij nog iedere wedstrijd wordt toegezongen. “Ik had het graag in de Eredivisie laten zien, maar ik belandde zoals gezegd helaas redelijk snel op de bank. Zonde. Ik wilde me bewijzen, maar ik ben niet de trainer en maak de opstellingen niet.”
“Het liefst voetbal ik bij deze club”, laat Postema bewijs zien dat de liefde wederzijds is, “maar als ik niet speel, moet ik het misschien toch ergens anders gaan zoeken.”
Een transfer is zodoende niet uitgesloten. “Dan wil ik eigenlijk wel naar een club waar ik wél speel en waar ik weer doelpunten kan maken. Het is een moeilijke situatie. Ik ga er de komende tijd over nadenken en het er met mijn ouders en mijn vriendin over hebben.”