Goede start krijgt geen vervolg

Het Nederlands elftal leek in eigen huis op weg naar een mooie wedstrijd vol met prachtige treffers, maar een galavoorstelling bleef uit. Na een goede eerste helft zakte Oranje in de tweede helft zichtbaar weg, waardoor de 2-0 zege op Slovenië geen zoete smaak had. Verveling was andermaal troef.

Met het opstellen van Clarence Seedorf, Wesley Sneijder, Rafael van der Vaart én Robin van Persie hoopte bondscoach Marco van Basten op aanvallend voetbal. In de eerste helft liet de thuisploeg dit ook zien. Via diverse combinaties vond Oranje het vijandelijke doel. Pas na een mislukte actie ontstond echter de openingstreffer.

Van Persie probeerde spits Klaas-Jan Huntelaar te bedienen met een hakbal, maar het slimmigheidje werd doorzien. De Sloveense defensie kon gemakkelijk opruimen, maar Branko Ilič maakte een verkeerde keuze. De verdediger speelde te kort terug op zijn doelman, zag Wesley Sneijder de bal oppikken en stond vervolgens met de handen in het haar: 1-0.

Na de openingstreffer ging Nederland op zoek naar meer. Sneijder kreeg nog twee aardige mogelijkheden (een keer paal) en ook Van Persie nam het Sloveense doel onder vuur. De aanvaller van Arsenal zou in de tweede helft overigens geblesseerd uitvallen. Ook Rafael van der Vaart had de wedstrijd niet kunnen afmaken.

Zonder het tweetal speelde Oranje een veel slechtere tweede helft. De goede wil bleek weg, waardoor het spel aanzienlijk vertraagde. De wedstrijd leek dood te bloeden, todat invaller Ryan Babel doorbrak. Oog in oog met doelman Samir Handanovic bleef de aanvaller van Liverpool rustig: hij bediende Huntelaar die eenvoudig voor het slotakkoord zorgde.

Dankzij de gemakkelijk behaalde overwinning staat Oranje met één been op het EK. De ploeg heeft dankzij het puntverlies van Bulgarije nog maar een overwinning nodig om zich te plaatsen voor het eindtoernooi.