Beste bezoeker, je bent op een artikel over wedden terechtgekomen, maar je bent niet oud genoeg om deze content te lezen.

Beste bezoeker, je bent op een artikel over wedden terechtgekomen, maar je hebt eerder aangegeven deze content niet te willen zien.
 

Om content over online kansspelen volgens wet- en regelgeving te tonen, willen we zeker weten tot welke leeftijdsgroep u behoort.

Door je keuze te maken bevestig je dat je je bewust bent van de risico’s van online kansspelen en dat je momenteel niet bent uitgesloten van deelname aan kansspelen bij online kansspelaanbieders.

‘De president heeft direct zijn contract verscheurd en hem het land uitgegooid’

Laatste update:

Floris Schaap was pas 21 toen hij als amateurvoetballer huis en haard in Katwijk achter zich liet om zijn voetbaldroom na te jagen. Het besluit bracht hem een spelerscarrière in de Portugese Primeira Liga en zorgde ervoor dat hij als trainer in alle uithoeken van de wereld werkte, van China tot Thailand tot Iran. Na een avontuurlijke loopbaan van bijna 35 jaar is Schaap (55) inmiddels terug in Nederland, waar hij ook graag eens zou willen werken. “In Nederland heb ik geen ervaring, dus daar zullen de mensen wel zeggen: ‘Wie is die gozer?’ Dat kan ik best begrijpen. Maar ik ben er niet bang voor dat ik het niet kan als ik ergens uitgenodigd word.”

Door Chris Meijer

Middenin zijn antwoord verhoogt Schaap plotseling het volume van zijn stem. “Dat is de reden dat ik nu bij jou zit”, roept hij, zodat vriendin Michelle hem verderop in het huis kan horen. Bijna 35 jaar woonde Schaap in de Algarve, als hij niet ergens in het buitenland zat voor een trainersklus. Zelfs in deze tijd van het jaar zakt het kwik daar niet onder de zestien graden. Het strand en de zee zijn er binnen handbereik. In Vleuten, een aan Utrecht vastgegroeid dorp, moet Schaap het in dat opzicht met minder stellen. Hij haalt de schouders op. “Je hebt hier een avondklok, maar daar is het veel erger. Al maanden mag je vanaf een uur ’s middags het huis niet uit. Het is wel mooi weer, maar je kan er niks mee.”

Het artikel gaat verder onder de video
Ten Hag met de billen bloot: 'Menselijke fout, maar had niet mogen gebeuren'
Meer video's

Schaap tijdens zijn periode bij het Chinese Sichuan Longfor.

Wat meehielp in dit besluit, was het feit dat hij in Portugal zonder werk zat. Na het vorige in maart door de coronapandemie afgebroken Liga Portugal 2-seizoen besloot Leixões SC niet verder te gaan met hoofdtrainer Manuel Cajuda en diens assistent Schaap. Mogelijkheden om weer aan de slag te gaan, zijn er de afgelopen maanden wel degelijk geweest. Zo rinkelde in oktober de telefoon, aan de andere kant van de lijn klonk Hugo Cajuda. De zoon van de trainer met wie hij jaren samenwerkte vertegenwoordigt de belangen van verschillende grote Portugese trainers, onder wie Ricardo Sá Pinto, Abel Ferreira en Paulo Fonseca. ‘Sa heeft iemand nodig bij Vasco da Gama, maar je mag niet het veld op’, kreeg Schaap te horen. “Dus dan moet je wedstrijden controleren, beelden kijken, dat soort dingen.” Hij wijst op het beeldscherm dat naast hem staat. “Dat heb ik allemaal al gehad, joh. Ik doe dat niet meer. Ik wil het veld op, ik ga niet meer hele dagen achter de computer zitten.”

Maar wat misschien nog wel belangrijker is: wereldreiziger Schaap is thuis in Vleuten. “Ik heb nu al bijna anderhalf jaar een relatie. Moet ik dan weer alles opzij zetten? Het gaat juist zo goed. Nee, dat doe ik niet. Ik heb ook nog een uitnodiging uit Maleisië gehad, ook niet gedaan. In mijn eentje kon ik doen en laten wat ik wilde. Nu moet ik ook aan andere mensen gaan denken. Het heeft geen zin om alles weg te gooien wat je hebt in je leven. Dit kon ook niet mijn hele leven zo blijven”, zegt hij met een zachte stem. Tijdens het gesprek pakt Schaap enkele keren hond Lulu (‘kom dan, kom maar. Als ik haar niet oppak, blijft ze ouwehoeren. Even laten zien wie de baas is’) op en aait hij een nogal uit de kluiten gewassen kat (‘we hebben drie van die reuzen. Het grootste ras. Eentje weegt elf kilo’) die op tafel springt. Hij kijkt even uit het raam. “Het is tijd dat ik ga settelen, want je wordt het op een gegeven moment een beetje zat. Het is een vluchtig bestaan”

Het betekent overigens niet dat Schaap het trainersbestaan vaarwel wil zeggen. Zeker niet, zelfs. Maar het liefst zou hij ergens in Nederland aan de slag gaan. Zijn naam is in zijn geboorteland alleen misschien nauwelijks bekend, aangezien hij al zijn op 21e naar Portugal vertrok om zijn voetbaldroom na te jagen. In Nederland speelde Schaap voor vv Katwijk, dat in die tijd nog niet de amateurgrootmacht was dat het tegenwoordig is. Zoals voor veel mannen en jongens uit Katwijk leek zijn toekomst in de visserij te liggen. Na het behalen van zijn monteursdiploma aan de visserijschool, vertrok hij voor een vakantie naar Portugal. Zijn vriend en voormalig ploeggenoot Martin van der Plas speelde op dat moment al voor Olhanense, afkomstig uit Olhão in de Algarve. Na enig aandringen besloot Schaap op de laatste dag van de vakantie zijn kicksen aan te trekken en mee te trainen met Olhanense.

Het elftal van Olhanense in de jaren tachtig, met op de achterste rij Schaap.

“Ik kon helemaal niet meer voetballen, joh. Maar ik ben toch mee gaan trainen, stomtoevallig onder dezelfde trainer als bij wie ik jaren als assistent gewerkt heb. ‘Tekenen’, zei Manuel na die training. Hij moedigde me aan om het te proberen, ik kreeg een contract voor een jaar aangeboden. ‘Nee joh, ik ga eerst wel naar huis om het met mijn ouders te overleggen’, reageerde ik. Mijn ouders zeiden dat ik in een jaar niks te verliezen had, dus ik ben erheen gegaan en heb na twee jaar de stap naar het hoogste niveau gemaakt.” Het klikte uitstekend tussen Schaap en het spijkerharde Portugese voetbal. Na zijn eerste seizoen had Schaap al een transfer naar Vitória Setúbal kunnen maken, maar hij besloot het niet te doen. In die tijd mochten Portugese clubs nog maar twee buitenlanders opstellen en Vitória had al twee Hongaren. Schaap trouwde een jaar later met een Portugese vrouw, kon daardoor ook de Portugese nationaliteit aannemen en was niet langer een ‘voetbalbuitenlander’.

De voormalig verdediger speelde daarna nog voor Portimonense, SC União Torreense, SC Farense, SC Braga en opnieuw Olhanense. Een tot drie keer toe afgescheurde achillespees weerhield hem ervan om de stap naar een Portugese topclub te maken. “Er waren voor die tijd verschillende topclubs met belangstelling. In de week dat we zouden praten, scheurde ik mijn achillespees af. Na de operatie waren er nog niet echt goede mogelijkheden om te revalideren. Nu kun je er bovenop komen, maar dat was in die tijd niet zo makkelijk. Op de eerste training na mijn eerste revalidatie scheurde ik ‘m direct weer af, op een andere plek. Moest ik weer onder het mes. Ik was gewoon een stuk van mijn snelheid kwijt. Mijn kuitspier was twee centimeter korter dan in mijn andere been.” Op zijn 28e bij Farense leek zijn loopbaan al ten einde te zijn. “Als ik ging trainen, had ik elke keer zo’n pijn. Ik huilde op de training, iedere dag. Het ging gewoon niet. Ik kreeg daar een laag salarisje en heb op een gegeven moment gezegd: het hoeft niet. Betaal me maar niet, ik doe helemaal niks. Ik ben naar de klote.”

Dat de loopbaan van Schaap daarna nog met drie jaar verlengd werd, was te danken aan Cajuda, zijn oude trainer van Olhanense, Portimonense en Torreense. ‘Wil je niet meer geopereerd worden? Nou, dan kom je bij mij werken. Nee, je komt nog niet bij mij werken. We gaan nog naar één dokter. Als hij zegt dat hij je niet meer beter kan maken, kom je bij mij in de technische staf’, zei Cajuda, destijds trainer van Braga. Zo gezegd, zo gedaan. Schaap toog naar Porto, waar specialist Mário Bessa hem zou onderzoeken. “Ik had zulke dossiers van mijn poot, ik was al twee keer geopereerd.” Schaap schuift zijn vingers zo ver mogelijk uit elkaar. “Een dag later zei die dokter: ‘Je wordt morgen geopereerd, over drie maanden voetbal je weer. Ze hebben verkeerde dingen gedaan, er zit opgedroogd bloed op je achillespees en dat geeft messteken’. Toen heb ik me laten opereren om het nog een keer te proberen en drie maanden speelde ik inderdaad voor Braga, het ging weer zonder pijn.”

Paulo Sousa, de trainer bij wie Schaap tijdens zijn periode bij Girondins de Bordeaux meeliep.

Door de slepende achillespeesblessure was Schaap tijdens zijn spelerscarrière al begonnen met een trainerscursus. Hij begint te lachen als de Portugese trainersopleiding ter sprake komt. “Je moet echt aan de bak. Nu al helemaal, want je moet stages lopen. Tussen ieder niveau, zit twee jaar stage. Het is een project van de lange adem. Het duurt langer om je hoogste trainersdiploma te halen dan je doktersdiploma.” Schaap telt op zijn vingers. “Nuno Espirito Santo, José Mourinho, Paulo Fonseca”, somt hij de bekende Portugese trainers op. “Bij Paulo Sousa heb ik stage gelopen in Bordeaux. Dát is een goede trainer, maar hij heeft nog geen club (in de tussentijd is Sousa aangesteld als bondscoach van Polen, red.). Die moet echt een goede kans bij een topclub krijgen. Vitor Pereira is verleden jaar met Shanghai SIPG kampioen geworden in China, dit seizoen tweede. Kijk, een Portugese trainer kan zich makkelijk verplaatsen en aanpassen naar bepaalde voetbalsituaties of tactiek. Ze zijn beter voorbereid. Dan heb ik het niet over trainingen, maar over tactiek, wedstrijdvoorbereiding en aanpassingsvermogen. Als je in Zuid-Europa geen resultaat boekt, hebben ze over het algemeen minder tijd voor je. Je hebt de helft van de tijd in vergelijking met Nederland. De drang om te winnen is gewoon iets groter. In Nederland kun je nog weleens spelen om het leuke, maar daar hebben ze in Portugal echt schijt aan.”

Schaap begon als assistent bij Olhanense, de club waar hij zijn spelerscarrière afsloot, en stond als interim-trainer nog een tijdje zelfstandig aan het roer. Hij werkte daarna voor Lusitano FC Vila Real de Santo António, Silves, de voetbalbond van de Algarve en als directeur van de jeugdafdeling van Olhanense en liet in 2004 het trainersvak nog even voor wat het was, om tijdens het EK in Portugal voor het Nederlands elftal als aanspreekpunt van de organisatie te fungeren. “Ze hadden iemand nodig die Nederlands sprak en in de voetbalwereld thuis was. Dat was zo mooi, man. Ik zat in hetzelfde hotel. Voor de organisatie was ik de baas in Portugal. We waren er al jaren van tevoren mee bezig, ze hebben speciaal een trainingsveld gebouwd. Ik moest alles regelen: de bus, vliegreizen”, vertelt Schaap, terwijl zijn ogen beginnen te twinkelen. Hij werkte nauw samen met bondscoach Dick Advocaat en diens assistent Willem van Hanegem. “Ik ben niet iemand van het vragen van telefoonnummers, helemaal niet. Van Hanegem is een wereldgozer, ik heb veel met hem gesproken. Maar al zit daar nu de president van Amerika, dat kan me niet schelen.” Hij wijst naast zich, naar een lege stoel. “We zijn allemaal hetzelfde. Zo ben ik altijd geweest, dus ik had er veel meer uit kunnen halen door te netwerken. Misschien had ik moeten profiteren van die situaties. Maar het kan me nog steeds niet zoveel schelen. Ik ben ook maar een doodgewone boerenlul, zeg ik altijd.”

Edgar Davids werkt sinds januari bij Olhanense, de club van Schaap in Portugal.

Als ‘doodgewone boerenlul’ kwam Schaap toch op allerlei uithoeken van de wereld. Dat heeft hij mede te danken aan Cajuda, de trainer die aan de basis stond van zijn profcarrière en hem in 2009 belde met de vraag of hij als assistent mee wilde naar Sharjah FC in de Verenigde Arabische Emiraten. Schaap pakt de Wikipedia-pagina van Cajuda erbij en wijst met zijn vinger op het scherm van zijn telefoon. “Kijk, vanaf hier ben ik met hem meegegaan”, wijst Schaap op Sharjah. “Moet je zijn loopbaan eens zien. Bij Zamalek is-ie vice-kampioen van Egypte geweest. Vitória Guimarães stond op de vijftiende plaats op het tweede niveau toen hij het overnam. Hij is dat jaar direct kampioen geworden en gepromoveerd. Het jaar erop heeft hij de voorronde van de Champions League gehaald. Ik heb bij Manuel veel zeggenschap. Doordat we al zolang samenwerken, weet ik wat hij wil. Hoe hij wil werken, zit in mijn hoofd. Als hij er niet is, gaat het werk gewoon door. Hij is meer een manager, van mijn kwaliteiten. Hij is de baas en we leggen het werk aan hem voor, hij keurt het goed of niet. Ik ben eigenlijk hoofdtrainer.”

“Ik ben overal op de wereld geweest, dat kunnen niet veel mensen zeggen. Om de drie of vier dagen zat ik in het vliegtuig. Het is leuk wat ik allemaal gezien heb. Veel mensen zullen dat ook willen en die hebben daar geen kans voor gekregen, maar die heb ik wel gehad.”

De tijd in de Verenigde Arabische Emiraten bij Sharjah FC (tussen 2009 en 2011) en Ajman Club (in 2015).
“De mentaliteit is anders, je voetbalt met veertig graden en die gasten moeten vijf keer per dag bidden. Nu is alles wat beter, maar het was destijds een stapje terug qua intensiteit en kwaliteit. Tijdens de Ramadan trainden we in de Emiraten, een maand later gingen we doorgaans op stage. Weet je hoe laat we dan trainden? De zon gaat neer om zeven uur ’s avonds, dan gaan ze pas eten. Dat is... Pff, kilo’s eten. Dan kun je niet om acht uur trainen. Dus we trainden dan pas om tien, elf of twaalf uur. Je kan ook niet ’s middags trainen, want dan is het 40 tot 45 graden.

Schaap tijdens een bezoek aan de Verenigde Arabische Emiraten.

Ik weet nog dat we de eerste keer op stage waren met Sharjah. Zat ik daar beneden in het hotel, om een uur ’s nachts. Toen zag ik allemaal van die koeriers met pizza’s gaan. Die gasten lieten om drie of vier uur nog eten komen. Dat kun je je in Europa niet voorstellen, dan wordt iedereen geschorst. Sportmaaltijden hadden ze niet, dat moet je allemaal regelen en aanpassen. Maar je moet wel duidelijk maken dat dit het beste voor hen is.”

De tijd in China bij Qinghai Senke (2013, als hoofdtrainer), Tianjin Tianhai (in 2014) en Sichuan Longfor (tussen 2016 en 2017).
“Ik ben in eerste instantie alleen naar China gegaan. Na de tijd in de Emiraten, hebben we nog even bij Olhanense gezeten. Ze betaalden op dat moment niet en ik kreeg een aanbieding vanuit China, dus ik ging naar Manuel toe. ‘Rot op, joh. Ga, gewoon gaan’, zei hij tegen me. Dus toen ben ik gegaan. Zat ik bijna bij de grens met Mongolië. In de derde divisie. Jezus, het was koud. En daar betaalden ze uiteindelijk ook niet, dus na een paar maanden ben ik weer teruggegaan naar Portugal. Twee maanden later tekende Manuel bij Tianjin in China. Hij belde me, ik ben meteen meegegaan. Op het moment dat we kwamen, stonden we zestiende. Uiteindelijk zijn we vijfde geëindigd. Dat vond de president genoeg, want dan hoefden ze geen premies te betalen. Daardoor ontstond er ruzie en hebben we niet verlengd.

Ik had verwacht dat het Chinese voetbal eerder zou stijgen in niveau, gezien wat ze aanschaffen aan buitenlandse spelers en trainers. Als je anderhalf miljard mensen hebt, zal er best wel kwaliteit tussen zitten. Dat kan niet anders. En alle goede trainers uit Europa zitten daar voor die voetbalscholen. Maar blijkbaar is het niet voldoende. Want ze zijn al tien jaar aan het investeren als malloten. Het niveau van het voetbal is omhoog gegaan, maar niet met zulke grote stappen. Ik had gedacht dat ze wel de beste van Azië zouden zijn inmiddels. Misschien zit het in de cultuur. Studie staat voor de meeste kinderen voorop. Voetbal of sport komt op het tweede plan.

Er was geen professionele mentaliteit, ook niet met slapen. Een sporter moet rusten, slapen en goed eten.” Bij het uitspreken van ieder woord tikt Schaap met zijn knokkel op de tafel. “Chinezen eten alleen maar rotzooi, dat kon niet voor een wedstrijd. Je kan ze niet dwingen, maar je moet ze zien te overtuigen. Aanvoerders erbij: zullen we het proberen? We gaan het proberen. Nou, ze wilden niks anders toen we dat eenmaal ingevoerd hadden. Daardoor liepen ze niet meer te boeren in een wedstrijd. Ze zaten allemaal op zo’n complex, met een eigen kamer. Niemand kon van dat complex af. Alleen als we gingen reizen. Die jongens zitten daar gewoon zes maanden als de competitie aan de gang is. Als er geen mogelijkheid is om de familie te zien, doen ze dat niet. Daardoor kun je makkelijk veranderingen doorvoeren.

Die clubs daar zijn prima georganiseerd, maar je hebt wel bepaalde verrassingen die zich voordoen. We hadden een keer in Shanghai een hotel geboekt. Kwamen we daar na zoveel uur vliegen, bleek het restaurant dicht. We hadden alles netjes meegenomen, geboekt en via fax verstuurd, moesten we anderhalve dag voor de wedstrijd de bus in en op zoek naar een ander hotel dat wél een restaurant had.

Kijk, het probleem in die landen is je tolk. Die verpest gewoon de helft van je werk. Er blijft met vertalen altijd iets hangen, het komt lang niet altijd over zoals jij het wil. Jij bent geëmotioneerd en gebruikt met allerlei uitdrukkingen bepaalde woorden, maar die gasten doen dat niet. Die vertalen het en staan het als een jan lul op te dreunen. Die tolk in China had nul verstand van voetbal, maar hij moest onze aanwijzingen gaan overbrengen. Dat ging negen van de tien keer niet goed, natuurlijk. Je kan het beter op video zitten of uittekenen, dan gaat het wel goed. Pfff, niet te geloven. We hadden een keer een wedstrijd waarin we druk wilden zetten. Toen liepen die gasten allemaal achteruit. Had die tolk ze bij het strafschopgebied neergezet. Bij ons strafschopgebied! We wilden juist op hun helft druk zetten. Ik zeg tegen die gozer: ‘Wat heb je nou gezegd?’ Daar sta je dan...”

De tijd in Thailand bij BEC Tero Sasana (2015).
“Ik stond versteld van de kwaliteit van de competitie en de organisatie in Thailand. Een hoop toeschouwers zaten daar op de tribune. We hadden daar kunnen blijven, maar Manuel wilde vertrekken en toen vroeg de president of ik als hoofdtrainer wilde blijven. Zo ben ik niet, we waren samen gekomen en gingen ook samen weg.

Ik woonde middenin Bangkok. Iedere dag werd ik opgehaald, want ik kan natuurlijk niet links rijden. Zeker niet daar in het verkeer. De eigenaar had drie televisiestations. Hij was getrouwd met Miss Thailand, die was dertig jaar jonger. Brian Marcar. Wereldgozer. Hij was de baas van de concerten in Thailand. Waren we aan het trainen en dan belde hij me: ‘Flor, vanavond Madonna. Gaan we? Mijn chauffeur komt je halen. Avondeten in het restaurant, vipplekken’. Wat heb ik gezien, joh? Even kijken. Imagine Dragons, Bon Jovi, Muse. Dan kwamen ze me halen in zo’n afgeschermde bus, waarin ik in een fauteuil zat. Zijn bewakers kwamen me halen, ik noemde hem altijd Jackie Chan. Manuel hield niet van muziek, die had daar geen zin in. Maar ik ging altijd, een wijntje drinken en die bands kijken.

Brian Marcar (rechts) tijdens de presentatie van Sven-Göran Eriksson bij BEC Tero Sasana. Drie jaar later zouden Schaap en Cajuda in Thailand arriveren.

Respect voor ouderen is daar heel belangrijk. Als spelers geen respect voor jou tonen, krijgen ze op hun kloten. We hadden een Afrikaanse jongen. Ik gaf een training en we speelden een één-tegen-één-oefening, een beetje fysiek. Die jongen had er schijt aan, hij liet zijn man op een paar meter afstand lopen. Ik zei: ‘Je moet zo kort mogelijk dekken’. Tweede keer deed hij het weer niet. ‘Eruit, pleite’, zei ik. Toen wilde hij Manuel slaan, terwijl hij van niks wist. Het is dat verzorgers en andere spelers hebben ingegrepen. Toen het de president ter ore kwam, heeft hij direct zijn contract verscheurd en hem het land uit gegooid. Het land uit! De dag erna moesten we naar de politie om aangifte te doen. Er was niet eens wat gebeurd, al wilde hij met een stoel slaan. Ik heb nog tegen hem gezegd dat hij mij moest slaan, niet die oude man. Een dag later was hij het land uit. Zo belangrijk is respect voor oudere mensen in die cultuur.”

De tijd in Iran bij FC Khooneh be Khooneh (2016).
“Daar ben ik nog een tijdje alleen geweest, inderdaad. Goede atletische voetballers heb je daar, heel fysiek. De keepers zijn allemaal groot, een soort reuzen. Er zit wel potentie in. Maar het land is 35 jaar geboycot en die gasten mogen het land niet uit. De mensen zijn aardig, je hebt goed eten. Maar het is geen Europees land. Soms denk je: waar zit ik? Vliegtuigen zonder leuningen. Ja, die gasten moeten dat allemaal zelf maken. Ze hebben wel mooie natuurgebieden. Vanuit Babel moest ik vijf uur door de bergen naar Teheran. Niemand spreekt Engels. Echt niemand. Alleen in de grote steden, maar niet waar ik woonde. Door de ziekte van mijn vader ben ik weggegaan. Ze hebben daarna gevraagd of ik terug wilde komen, maar dat zag ik niet zitten.”

Na deze avonturen werkte Schaap nog met Cajuda bij Académico Viseu en Leixões SC. Bij eerstgenoemde club was hij nog een tijdje hoofdtrainer, omdat Cajuda ziek werd. De vraag is of de inmiddels 69-jarige oefenmeester nu nog een nieuwe uitdaging aangaat. “Dus op termijn moet ik zelf verder of bij een andere trainer assistent worden. Mijn zaakwaarnemer Hugo is daar nu mee bezig.” Het liefst zou hij in Nederland aan de slag gaan. Als niet alles hermetisch was afgesloten door de coronapandemie, was Schaap misschien wel elke dag ergens te vinden langs de lijn, op de tribune of op het veld. “Ik zou een goede assistent zijn, ik ben loyaal en stap niet snel over iemand heen. Er zijn niet veel mensen die dat hebben. Ik heb na al die jaren kennis om iemand te helpen. Het enige probleem is dat ik geen contacten heb in Nederland. En de periode waar we in zitten helpt ook niet mee. Je kunt nergens naartoe, geen koffie drinken met een directeur ofzo. Niemand doet dat.”

“Ik heb niet echt die drang. Ehh. Hoe moet ik dat zeggen. Om de top te bereiken, moet je veel fanatieker zijn dan ik. Zo ben ik niet. Misschien dat ik daarom assistent ben geworden. Ik had wellicht meer uit mijn comfortzone moeten stappen. Dat kan nog”, analyseert hij zelfkritisch. Na een gesprek van bijna twee uur knikt Schaap. “Ik zit een beetje door te lullen, dus je moet het maar zeggen”, lacht hij tot drie keer toe, nadat hij het via een zijweg vurig over Feyenoord, kunstgras, het niveau in de Eerste en Tweede Divisie of het talent in Nederland gehad heeft. Schaap mag dan 35 jaar in het buitenland hebben gewoond, hij heeft het Nederlandse voetbal altijd op de voet gevolgd. “De vraag voor mezelf is altijd geweest: had ik het als speler op niveau gered in Nederland? Dat weet ik niet. Ik vind het wel jammer. Hetzelfde heb ik nu als trainer. Ik denk wel dat het kan. Dus het is wachten of er wat komt.” Met een glimlach: “Zo niet, dan moet ik wat anders gaan doen.”

Meer nieuws

1
2

Meer sportnieuws

Reacties

Gaaf interview.
Verbaast me dat teams hem niet oppikken; niet alleen vanwege de kennis en ervaring van 35 jaar over de wereld coachen, maar ook vanwege zijn contacten.
Kan een FC Emmen, VVV Venlo of RKC toch mooie (en lucratieve) trainingskampen opleveren lijkt me.

Is hij geen familie van gerrie schaap? Wie kent die nog

Deze vent heeft echt veel meegemaakt.
Genoten ook.
Veel ervaring op meerdere gebieden
Hopelijk vindt hij een club
Mooi interview.

Reageer

Je kunt niet reageren op oude documenten.

X

Inloggen op Voetbalzone

Leuk dat je actief wilt zijn op de grootste voetbal community van Nederland. Voor alle mogelijkheden lees je onze FAQ.

Gebruikersnaam
Wachtwoord
 
Wachtwoord vergeten?
Registreren