Georginio Wijnaldum:
van pleintjesvoetballer tot uitgesproken wereldster

Georginio Wijnaldum brak ooit als zestienjarige jongen door bij Feyenoord en mag zich inmiddels een grote meneer in het voetbal noemen. De reservecaptain van het Nederlands elftal won de afgelopen twaalf maanden de Champions League, het WK voor clubs en de Engelse landstitel met Liverpool. Ook kreeg hij veel lof voor zijn aandeel in de strijd tegen racisme. Voetbalzone gaat terug naar het begin en reconstrueert zijn imposante reis op weg naar de wereldtop. 

Door Chris Meijer & Thijs Verhaar


Het schoolplein op de Nicolaasschool in Rotterdam is begin jaren negentig iedere pauze het toneel van een grote groep hoopvolle jongetjes. Allemaal dromen ze ervan door te breken bij Feyenoord, Sparta of Excelsior. De besten zijn Ivan Almeida en Georginio Wijnaldum. “Wij werden altijd het eerst gekozen bij het ‘poten’. We mochten niet vaak samen van de juffen en meesters omdat het anders niet eerlijk was”, herinnert Almeida zich. “De andere kinderen kwamen dan gewoon niet blij terug in de les.” 

Zelf zat hij het liefst met Wijnaldum in een team, want de twee respecteerden elkaars talenten en werden al snel hechte vrienden. Ze groeiden samen op en spreken elkaar nog steeds, zelfs nu de een tot de beste middenvelders ter wereld wordt gerekend en de ander als verkoopadviseur bij een autodealer werkt.  

“We spreken elkaar via WhatsApp of de PlayStation, al is het nu minder dan voorheen. Als we elkaar spreken of zien, komt er altijd een verhaal van vroeger naar boven. Een dom grapje of een trainer die boos werd. Als hij een interview geeft, merk je dat hij in zijn doen of laten niks is veranderd ten opzichte van toen hij klein was.” 

Als klein jongetje woonde Wijnaldum met zijn oma in de wijk Schiemond, terwijl Almeida uit Spangen kwam. “Ik moest de Keileweg oversteken om in Schiemond te komen en vroeger liepen daar hoeren, dus dat was geen fijn terrein om als kind in de buurt te komen. Naarmate we ouder werden en elkaar goed kenden, gingen we bij elkaar spelen”, gaat Almeida in een exclusief interview met Voetbalzone terug naar de beginfase van hun vriendschap. 

“Er waren heel veel verleidingen in de buurt. Maar wij waren altijd met voetbal bezig én werden streng opgevoed. ‘Joh, ga niet op dat pleintje voetballen. Daar is alles goed’, werd er gezegd. Daar luister je dan naar, want je wist dat het verkeerd kon gaan of dat je met verkeerde mensen in aanraking kon komen. We hadden alleen een bal nodig. Zelfs zonder doeltjes maakten we plezier. Als je ergens plezier in hebt of er goed in bent, is het makkelijker om bepaalde verleidingen te weerstaan.” 

Wijnaldum werd ook op het rechte pad gehouden door zijn nu 89-jarige oma Francina. Zij is volgens Almeida streng, maar rechtvaardig. “Hij wist precies wat wel en niet mocht. Iedereen luisterde naar haar en had respect, want ze had met iedereen het beste voor. Dat merkte je als kind, als je wat fout deed, wist je: dit moet ik de volgende keer beter doen. Hoe je gevormd wat als mens, heeft met je opvoeding te maken.”  

De wetten van de Rotterdamse straat hebben volgens Almeida ook een grote rol gespeeld in hun ontwikkeling. “Op de pleintjes merkten we dat we met oudere jongens mee konden komen, want op school speel je nog voornamelijk met kinderen van je eigen leeftijd. Die oudere jongens zeiden: ‘Jullie hebben genoeg gespeeld, wij gaan nu voetballen’. Dan moest je laten zien dat ze eerst van ons moeten winnen en daar dwong je respect mee af.” 

De twee gaan op zesjarige leeftijd samen naar de open dag van Sparta, waar Wijnaldum wel wordt aangenomen en Almeida net niet. Hij zet echter stug door en een jaar later heeft hij de keuze uit Feyenoord, Excelsior en Sparta. “Die keuze was makkelijk”, glimlacht hij. “We hadden een goede lichting met Nick Viergever, Kevin Strootman, Lerin Duarte en speelden geregeld internationale toernooien. Er werd lovend over ons team gesproken en je zag meteen dat Wijnaldum er bovenuit stak.” 

Toenmalig teambegeleider Kenneth Butter herkent zich in die woorden. “Dat was misschien wel het beste team waar ik ooit mee heb gewerkt. Gini was een rustig ventje en een iel mannetje, maar ik wist vanaf het begin al wel dat hij de profs zou halen. Hij was toen al zo snel en met zijn techniek glipte hij overal tussendoor. Hij stond vaak rechtsbuiten of als aanvallende middenvelder en ik zeg altijd dat ik trots ben als ik hem ook maar één procentje verder heb geholpen.” 

Butter omschrijft de jonge Wijnaldum tegenover Voetbalzone als een goudeerlijke en bijzonder leergierige jongen. “Er zat geen kattenkwaad in.” Wel teerde hij volgens de voormalig jeugdtrainer en scout soms teveel op zijn talent en was hij lang te speels om het echt ver te schoppen. “Pas toen hij naar Feyenoord ging, is hij fysiek heel erg gegroeid. Daar wist hij nog een extra stap te maken waardoor hij uiteindelijk nog sneller is doorgebroken dan ik had verwacht.” 

Wijnaldum maakte volgens zijn jeugdvriend Almeida nooit een geheim van zijn voorliefde voor de club uit Rotterdam-Zuid, al was dat onbespreekbaar bij Sparta. “Dat was de concurrent. Ajax werd iets beter geaccepteerd. Met Feyenoord moest je oppassen, dat mocht niemand weten. Kenneth probeerde hem naar Ajax te brengen, maar dat had bij Georginio geen zin. Je kon proberen wat je wilde, hij wilde naar Feyenoord. Dat zou gebeuren.” 

Uiteindelijk maakte Wijnaldum als veertienjarige inderdaad de stap en hij verzamelde alle moed om het zijn teamgenoten en aan Butter te vertellen. “We hadden een heel goede band, dus ik zag al een tijdje dat er iets aan hem knaagde voordat het hoge woord eruit kwam. Natuurlijk was het heel jammer dat hij niet op Het Kasteel zou doorbreken, maar dat houd je niet tegen. Ik heb hem veel succes gewenst”, memoreert de teambegeleider, die het nog wel probeerde te voorkomen. 

“Niet omdat ik het hem niet gunde, maar omdat het in die periode niet zo goed ging met de jeugd van Feyenoord. Er was weinig doorstroming richting het eerste, dus probeerde ik hem naar Ajax te loodsen. Danny Blind zei me echter dat ze geen spelers van Sparta aan zouden nemen. Moet je nagaan hoe dat nu veranderd is”, verwijst Butter naar het huidige samenwerkingsverband tussen beide clubs. 

Almeida had meer moeite met het vertrek van zijn vriend en teamgenoot. “We hadden heel veel samen meegemaakt, dus dat maakte het lastig, vervelend en jammer. Maar het was een prachtige stap en ik weet zeker dat hij het andersom ook mooi had gevonden. In onderlinge duels wilde ik graag bewijzen dat hij een verkeerde keuze had gemaakt, maar dat was natuurlijk niet zo. Hij heeft gewacht tot het juiste moment, tot hij oud genoeg was om daarheen te gaan.” 

Bij Feyenoord wist Wijnaldum volgens Kaj Ramsteijn direct zijn stempel te drukken. “Hij was helemaal niet verlegen, al was hij wel richting de trainers heel netjes. Misschien dat zij dat over hem zeggen, maar ik kan me niet voorstellen dat er medespelers hem verlegen zouden noemen. Hij was gelijk al wel aanwezig in de kleedkamer, ik denk dat hij nog geen dag nodig heeft gehad om zijn plek te vinden. Hij kende al wat jongens, vanuit het Rotterdamse en het straatvoetbal.” 

Wijnaldum en Ramsteijn speelden in een elftal met onder meer Leroy Fer, Miquel Nelom, Erwin Mulder, Kelvin Leerdam en Luis Pedro. Allemaal haalden ze het profvoetbal en maakten ze hun grote droom waar om in De Kuip te voetballen, terwijl ze eerst op jeugdniveau de successen aaneen regen.  

“In die periode pakten we alles. We werden kampioen, wonnen de beker en de supercup”, aldus jeugdtrainer Cor Adriaanse, die in 2005 de trainer van de B1 was en hem in zijn laatste stappen voor de overgang naar de profs begeleidde. Hij herinnert zich in gesprek met Voetbalzone dat Wijnaldum een ‘heel sociaal ventje’ was en herkende net als Butter direct een toptalent.   

“Gini was altijd de jongste in het elftal en hij kon flink zeuren als ik beslissingen nam tijdens partijtjes. Hij vond altijd dat er gefloten moest worden als hij werd aangepakt, maar ik floot dan expres niet. We zijn hem eigenlijk uit gaan dagen en dat heeft hij goed opgepakt. Eerst keek me wel eens zo aan van hé, maar dan keek ik gauw de andere kant op. Later heeft hij nog wel eens gezegd dat hij het begreep.” 

Ramsteijn zag zijn ploeggenoot ook steeds beter worden en is niet verbaasd dat Wijnaldum is uitgegroeid tot een topspeler. “Hij was toen al  verschrikkelijk goed. Het maakte eigenlijk niet uit waar hij speelde: in de spits, aan de zijkanten, op tien, op het middenveld. Ik heb zelfs nog een wedstrijd met hem centraal achterin gespeeld, als een laatste man die doorging op de aanvallende middenvelder van de tegenstander.” 

“In de jeugd kon je hem letterlijk op iedere positie neerzetten en overal zou hij misschien wel de beste zijn geweest. Hij was best all-round: behoorlijk snel, fysiek sterk en een goede techniek. Dus dan kan je overal wel uit de voeten.” Het enige minpunt was volgens Adriaanse dat hij die techniek niet altijd om wist te zetten in rendement, terwijl hij later in zijn carrière juist indruk mee zou maken.  

“Het manco was toen dat hij het overzicht miste. Hij speelde nog wel eens met zijn koppie naar beneden, maar daar is hij mee aan de slag gegaan. Bij Feyenoord hebben we daar ook veel mee gewerkt met oefeningen met acht doeltjes. Als hij dan aan de bal was, moest hij het overzicht bewaren. Dat heeft hem natuurlijk geholpen, maar ik wil wel voorop stellen dat hij het helemaal zelf heeft gedaan.” 

“Ik reikte wat dingen aan en de jongens deden er van alles mee. Talent moet je omzetten in kwaliteit. Anders red je het niet en dat heeft hij fantastisch gedaan. Het is een grote meneer nu. En het is ook nog een goed jong. Altijd een lachje. Toen al en nu nog steeds. Mooier kan toch niet? Plezier stond altijd al voorop bij hem en ik denk dat het nu nog steeds zo is als hij het balletje ziet. Dat is toch het belangrijkste.” 

Op 8 april 2007 maakte Wijnaldum zijn profdebuut in een uitwedstrijd tegen FC Groningen. De Rotterdammers kenden een dramatisch seizoen en verloren ook dat duel met ruime cijfers (0-4), maar als jongste Feyenoord-debutant ooit zorgde hij toch nog voor een lichtpuntje. 

Met zijn veelbelovende spel verleidde hij De Volkskrant zelfs tot een gewaagde voorspelling: 'Georginio Wijnaldum wordt de voetballer die eerst Feyenoord en later het Nederlands elftal uit het slop zal trekken, als een tot leven gekomen held uit een jongensboek.' 

“Hij gedroeg zich als iemand die bezig was met een missie”, aldus toenmalig ploeggenoot Theo Lucius. “Hij kon het niveau qua voetbal en qua denken meteen aan. Hij was een fantastische voetballer en liet zich niet beïnvloeden door anderen. Dat vind ik heel erg knap. Hij had een bepaalde visie voor zichzelf uitgestippeld en die volgt hij tot op de dag vandaag. Ik zag wel aankomen dat hij de top zou halen en vond hem echt een heel goed ventje. Heel lief, heel sociaal en bijzonder talentvol.” 

Wijnaldum hield zijn plek vast onder trainer Bert van Marwijk en was daarmee een inspiratiebron voor de jeugdspelers, die zijn voorbeeld hoopten te volgen. “We waren hem al heel snel kwijt in de jeugd, omdat hij bij het eerste zat. Natuurlijk leefde dat wel in de groep. Eerst brak er bij Feyenoord niemand door, maar we zagen dat het er steeds meer werden en daardoor kregen we het idee dat we het konden halen”, aldus Ramsteijn, die inderdaad na de doorbraak van Wijnaldum en Leroy Fer zelf ook tot de hoofdmacht doordrong. 

Hoewel Wijnaldum als een groot talent werd gezien en belangstelling genoot van clubs als Real Madrid en Liverpool, lukte het hem in zijn eerste seizoenen niet om meteen zijn stempel te drukken in De Kuip. Zijn rendement lag laag en voor veel fans kwam het als een verrassing dat hij in een interview aangaf dolgraag op ‘tien’ te willen spelen. In seizoen 2010/11 bewees zijn gelijk met veertien competitietreffers. En dat in een elftal wat dramatisch presteerde en op een inktzwarte dag zelfs met 10-0 van PSV verloor. 

De financiële malaise van destijds sijpelde steeds meer door naar het veld en de clubleiding besloot aan het einde van het seizoen een aanbod van PSV aan te grijpen, waardoor Wijnaldum in de zomer van 2011 voor vijf miljoen euro naar de concurrent overstapte. Een hard gelag voor de supporters, maar Ramsteijn snapte de keuze wel. “Het hing niet in de lucht dat Feyenoord een prijs zou winnen. Dat is zijn plan geweest en PSV zal meer salaris hebben kunnen bieden. Die combinatie zal de doorslag hebben gegeven”, vermoedt hij. 

Lucius heeft er eveneens geen moeite mee. “Ik heb hem destijds ook wel gezegd dat hij verder moest kijken dan Feyenoord, voor zijn eigen ontwikkeling. Ik vond PSV daarom een heel goede stap voor hem. Voor supporters is het altijd lullig als iemand overstapt van Feyenoord naar een andere topclub. Spelers gaan ook niet zomaar naar een concurrent, maar voor zijn ontwikkeling is het wel de beste stap geweest. Daar is hij echt een topspeler geworden.” 

In Eindhoven kwam Wijnaldum volgens doelman Boy Waterman, die een jaar later aansloot, terecht in een ‘goed team zonder gezeik’. De ploeg had een ervaren kern en trainer. “Iedereen kon het wel goed met elkaar vinden, maar je hebt altijd jongens met wie je iets meer optrekt. Ik was een van de ouderen en ontfermde me over de jonge jongens als Wijnaldum, Jetro Willems en Luciano Narsingh. We gingen buiten het voetbal ook met elkaar om en met allemaal heb ik nog goed contact.” 

Hoewel Wijnaldum pas twintig jaar was toen hij de overstap maakte, was hij volgens Waterman toen al zeer volwassen. “Hij had zijn mening klaar en durfde zich uit te spreken als er was. Ondanks zijn leeftijd, was hij diegene die zich uitsprak als er wat was. Ik weet dat ik dat bewonderenswaardig vond, omdat ik dat op zijn leeftijd niet deed. Niet dat ik over me heen liet lopen, maar ik voelde me niet aangesproken er iets over te zeggen als er wat in de groep gebeurde.” 

Waterman denkt dat de pijnlijke ervaring van die 10-0 nederlaag een seizoen eerder een grote impact heeft gehad op Wijnaldum. Zelf speelde hij toen bij De Graafschap, dus maakte hij het duel niet van dichtbij mee. Wel kwam hij later met De Superboeren op bezoek in De Kuip en won ook van Feyenoord. “Na de wedstrijd heb ik hem wat bemoedigende woorden gegeven en Gini vertelde later dat het hem bijgebleven is. Voor mij had het niet echt impact, omdat ik niet in die klotesituatie zat.” 

De doelman voelde zich geroepen om Wijnaldum moed in te praten en dat gesprekje vormde uiteindelijk het begin van een vriendschap die vandaag de dag nog steeds hecht is. “Ik weet niet precies wat ik gezegd heb, maar ik wilde hem een beetje opbeuren. Ik vond dat zo’n seizoen hem niet de baas moest worden en zei dat hij daar alleen maar sterker als persoon en als voetballer van zou worden. Ik denk dat het goed is dat hij zoiets heeft meegemaakt, vanaf toen is het alleen maar bergopwaarts gegaan.” 

Wijnaldum kende een goede start in Eindhoven en speelde in september 2011 zijn eerste interland voor het Nederlands elftal. Ook won hij in zijn eerste seizoen direct een prijs, want PSV legde beslag op de KNVB Beker. Wijnaldum is in de Eredivisie rechtstreeks betrokken bij vijftien treffers, maar kan niet voorkomen dat Ajax beslag legt op de landstitel. Door toedoen van de Amsterdammers grijpt hij ook in zijn tweede en derde jaar naast de schaal en een vertrek zonder Nederlands kampioenschap lijkt onvermijdelijk als diverse Premier League-clubs zich in de zomer van 2014 voor hem melden. 

Wijnaldum spreekt echter samen met de andere sterkhouder Memphis Depay publiekelijk uit nog een jaar te blijven om te strijden voor het kampioenschap. De middenvelder wilde PSV als captain per se een landstitel schenken en Waterman had een dergelijke rol twee jaar eerder al voorzien. “In die tijd vond ik hem al echt een heel goede voetballer. Dat moet je ook zijn om aanvoerder te kunnen worden. Daarnaast moet je karakter hebben en dat is iets dat hij zeker heeft.”

PSV wordt inderdaad met overmacht kampioen en dankt naast sterkhouders als Luuk de Jong, Andrès Guardado en Memphis Depay ook captain Georginio Wijnaldum, die uiteindelijk wordt gekozen als Beste Speler van de Eredivisie. “Hij was dat jaar echt in bloedvorm en als wat hij deed, veranderde bij wijze van spreken in goud”, aldus Pele van Anholt, die in de kampioenswedstrijd van de Eindhovenaren speelde bij tegenstander sc Heerenveen.

“Volgens mij werd het 4-1, dus voor hun was het een heel mooie middag. Ze konden thuis kampioen worden en wij deden alles om dat de verstoren, maar zij kwamen heel snel voor en dan loop je direct achter de feiten aan”, aldus de verdediger. “PSV heeft die dag heel terecht gewonnen en was ook de terechte kampioen. Het was een heel sterk team en Wijnaldum was echt heel erg goed. Het is dus niet gek dat hij die prijs gewonnen heeft.” 

Van Anholt was die dag linksback en stond tegenover Luciano Narsingh, maar kwam ook de zwervende Wijnaldum geregeld tegen. “Het is heel lastig om hem te bespelen, omdat hij overal en nergens is. Ik moest hem opvangen als hij in mijn zone kwam en had niet als taak om hem tot de WC te volgen. Maar als je dat niet doet, is hij soms ook ineens verdwenen en dan kan hij scoren of een belangrijke voorzet geven waaruit gescoord wordt.” 

“Voor die wedstrijd ben ik ook een aantal keer wel zijn directe tegenstander geweest en dat waren heel leuke duels. Het goede van hem is dat hij heel dynamisch is, een heel groot loopvermogen heeft en technisch ook heel sterk is”, prijst Van Anholt. “En fysiek is hij ook heel sterk, hoor. Dat zou je misschien niet denken, maar hij heeft van alles was. Hij kan zelfs heel goed koppen. Ik denk dat hij heel all-round is en dat laat hij ook in de Premier League wekelijks zien.” 

Waar Memphis Depay ervoor kiest om meteen naar een eliteclub als Manchester United te gaan, opteert Wijnaldum bewust voor een tussenstap. Zijn keuze valt verrassenderwijs op het geregeld tegen degradatie vechtende Newcastle United. PSV ontvangt twintig miljoen en de dan 24-jarige Wijnaldum heeft volgens zijn achterban de ideale leeftijd om de stap naar een zwaardere competitie te maken. 

“Hij heeft de juiste stappen gezet in zijn carrière en is nu een van de betere middenvelders in de wereld”, meent Waterman, terwijl zijn voormalig jeugdtrainer Adriaanse zelfs nog een stap verder gaat. Hij noemt Wijnaldum het ‘ultieme voorbeeld van hoe je je carrière geleidelijk opbouwt richting de absolute top’. Ook jeugdvriend Almeida is trots op de man die zijn vroegere tegenstander op de Rotterdamse pleintjes geworden is. “Ik vind het mooi dat hij elke keer bewijst zich staande te kunnen houden tussen de grote spelers.” 

Bij Newcastle United bouwt Wijnaldum al snel een goede band op met landgenoot Vurnon Anita, die op loopafstand loopt. “We waren dus best vaak samen”, memoreert de middenvelder in gesprek met Voetbalzone. “Gini is een fantastische speler en ik zag dat hij zich makkelijk aanpaste. Hij werd met zijn speelstijl eigenlijk gelijk een belangrijke speler met zijn doelpunten. Ik vind dan ook dat Gini nog meer waardering hoort te krijgen in Nederland. Het is ongekend wat hij de laatste jaren heeft gepresteerd.” 

Bij The Magpies werd Wijnaldum als een van de drie grote aankopen gehaald, naast Alexander Mitrovic en Florian Thauvin. In zijn eerste wedstrijd bewees de Nederlander direct zijn waarde met een doelpunt, terwijl de andere twee beoogde sterkhouders niet thuisgaven. Wat een seizoen zonder zorgen moet worden, mondt uit in een dramatisch jaar met degradatie tot gevolg. Wijnaldum onttrekt zich echter aan de malaise en wordt met elf goals topscorer. 

“Of hij er profijt van heeft gehad dat ik in zijn rug de gaten dichtliep? Misschien wel”, glimlacht Anita. “Maar als teamgenoot doe je dat voor elkaar. Ik probeerde alles eruit te halen. Zo’n speler ben ik. Ik knapte het vuile werk op en legde de ballen dan bij hem, zodat hij zijn doelpunten kon maken of een voortzetting in huis had. Ik had niet verwacht dat hij na een jaar al naar Liverpool kon, maar zag wel dat hij zich makkelijk staande hield in de Premier League.” 

“Hij is sterk, snel, technisch. Hij heeft eigenlijk alles. Je ziet dat hij alleen maar meer stappen maakt en dat het juist makkelijker voor hem wordt op topniveau.” De twee Nederlanders speelden in één jaar tijd bijna dertig keer samen op het middenveld. Wijnaldum mist de hele competitie geen enkel duel en maakt indruk met zijn conditie en herstelvermogen. Dat is een mogelijke reden geweest waarom Liverpool hem het seizoen erna inlijfde, vermoedt ook Anita.  

The Reds volgden hem al sinds hij op jonge leeftijd doorbrak bij Feyenoord en door de degradatie met Newcastle was hij relatief goedkoop op te pikken, al was hij volgens clubwatcher Neil Jones van Goal niet de eerste keuze. “Liverpool keek voor die zomer naar twee middenvelders: Mahmoud Dahoud van Borussia Mönchengladbach en Piotr Zielinski van Udinese”, memoreert de journalist tegenover Voetbalzone. “Toch kreeg Wijnaldum de voorkeur en ik denk dat hij iedereen heeft verbaasd met zijn ontwikkeling. Hij is razend populair bij de supporters en zijn teamgenoten.”

Als Wijnaldum in seizoen 2016/17 voet zet op Anfield, begint trainer Jürgen Klopp net aan zijn eerste volle seizoen bij Liverpool en de twee hebben al snel een goede klik. De Duitse keuzeheer stapte in oktober 2015 in en begon direct met het professionaliseren van de afgegleden grootmacht. De ploeg kwakkelde al jaren en na de achtste plaats in 2016 moest met diverse gerichte aankopen zoals Wijnaldum de jacht op de top vier worden geopend.

Klopp laat bij de spelerspresentatie weten veel van de Nederlander te verwachten, maar weinig mensen geloven hem op zijn woord dat de middenvelder daadwerkelijk een grote rol zou kunnen vertolken. “Iedereen kende hem als scorende middenvelder van zijn tijd bij Feyenoord, PSV en Newcastle, maar bij Liverpool laat hij zien geweldig als verbindingsspeler te kunnen fungeren. Hij is in staat om het hele elftal te laten draaien”, verklaart Jones het succes van Wijnaldum.

De onvermoeibare middenvelder speelt in zijn eerste seizoen 36 van de 38 duels en met een directe betrokkenheid bij vijftien treffers snoert hij de monden van vele critici. Met zijn tomeloze inzet, balvastheid en paardenlongen past hij perfect bij het spelletje wat Klopp wil spelen. De Duitser laat zijn team tegenstanders negentig minuten lang opjagen en smeedt een hecht collectief, dat zich op de laatste speeldag verzekert van de vierde plaats die recht geeft op Champions League-deelname. 

In eigen huis treft Liverpool het reeds gedegradeerde Middlesbrough en alleen een overwinning volstaat om concurrent Arsenal voor te blijven. The Reds ogen bloednerveus, tot Wijnaldum op slag van rust de ban breekt. Met een heerlijke voetbeweging controleert hij de bal en ramt hem vlak langs de paal binnen. Hij klopt zichzelf hevig op de borst en na de pauze geeft hij ook nog de assist bij de 3-0 van Adam Lallana.  

In de jaren daarna neemt de concurrentie op het middenveld steeds meer toe, maar Wijnaldum blijft onomstreden. “Hij is niet zo betrokken bij het positiespel als Fabinho of Henderson en hij dribbelt niet zo veel als Keïta of Oxlade-Chamberlain, maar hij verliest zelden de bal. En het systeem van Klopp draait om overwicht op het middenveld en toeslaan via de vleugels. Dan is het van cruciaal belang dat je iemand als Wijnaldum hebt: iemand die ruimte maakt, keihard werkt, balbezit herovert als het nodig is en als klap op de vuurpijl ook nog geregeld cruciale treffers maakt”, analyseert Jones. 

Assistent-trainer Pepijn Lijnders noemde Wijnaldum in 2019 zelfs exemplarisch voor het Liverpool van nu. “Dan denk ik aan Roberto Firmino en Gini. We zoeken spelers die overal inzetbaar zijn en meerdere taken op zich kunnen nemen. Gini is een speler die je achterin neer kunt zetten als het moet, terwijl hij net zo makkelijk de lijnen uitzet op het middenveld, balbezit herovert, counters eruit haalt, een beslissende pass geeft of zelf scoort. Hij kan vrijwel alles en hij wordt nog steeds beter. Als voetballer kun je altijd blijven leren en hij vertegenwoordigt alles wat wij zoeken in een speler.” 

Zou hij bij een andere coach ook zo belangrijk zijn voor een elftal of is hij vooral heel functioneel in het spelletje wat Liverpool speelt? Neil Jones durft een voorspelling niet aan. “Wie weet wat voor rol hij zou hebben onder een andere trainer? Misschien zou hij dan nog vaker scoren en misschien zou hij dan minder prijzen winnen! In ieder geval is Klopp een groot bewonderaar van hem en ook door de fans wordt hij op handen gedragen.” 

Bij het Nederlands elftal vergaart Wijnaldum door de jaren heen ook steeds meer status. Na zijn debuut als twintigjarige duurt het even voor hij een basisplaats verovert, maar op het WK van 2014 speelt hij bijvoorbeeld alle duels. Zijn enige goal van het toernooi maakt hij in de troostfinale tegen Brazilië (3-0 winst), zoals hij in 2018/19 met drie goals en twee assists ook een grote rol speelt in het behalen van de tweede plaats in de Nations League. Hij is de meest vooruitgeschoven middenvelder en weet zich in die rol per jaar meer te onderscheiden. 

Onder leiding van bondscoach Ronald Koeman mag Wijnaldum zich tegenwoordig ook reservecaptain noemen. Bij afwezigheid van Virgil van Dijk droeg hij de band op 19 november 2019 voor het eerst in zijn carrière en dat was kort nadat zich in de Keuken Kampioen Divisie een naar incident had voorgedaan. Excelsior-aanvaller Ahmed Mendes Moreira werd racistisch bejegend door fans van FC Den Bosch en de trainer van de Brabanders noemde de hevig geëmotioneerde Moreira een ‘zielig mannetje’. Ook het bestuur had naar eigen zeggen geen oerwoudgeluiden gehoord, maar ging een dag later alsnog door het stof. 

Wijnaldum werd tijdens de persconferentie voor aanvang van de interland tegen Estland naar zijn mening gevraagd en kreeg wereldwijf lof voor zijn betoog over gelijkheid tussen rassen. “Het is een maatschappelijk probleem, maar er moet keihard tegen worden opgetreden. Ik ga het niet accepteren. Nooit”, aldus Wijnaldum. “Ons team is een eenheid, wij zijn gelijk. Wij kijken niet naar kleur en spelen voor Oranje en het volk. Het volk kan volgend jaar weer genieten van een mooi toernooi. Het is best raar dat dan wel iedereen voor ons juicht”, sprak hij onder meer.

Zijn statement zette hij vervolgens op het veld kracht bij door met Frenkie de Jong te poseren na een doelpunt. De twee wezen op elkaars arm, waarmee ze duidelijk aangaven dat het niet uitmaakt welke huidskleur je hebt. Wijnaldum maakte uiteindelijk een hattrick en werd logischerwijs man van de wedstrijd, zowel binnen als buiten de lijnen. Hij is uitgegroeid tot een wereldster en benut die status waar mogelijk om een vuist te maken tegen racisme. 

“En dat doet hij niet alleen in het geval van racisme”, benadrukt Lucius. “Hij is met meerdere dingen naar buiten gekomen. Hij heeft een heel eigen mening en volgt dat. Of het nou goed of slecht is wat hij doet. Hij volgt zijn visie en dat is knap.” Toch is het nog steeds dezelfde jongen als vroeger, aldus jeugdvriend Almeida. “Hij is altijd relaxed geweest en is dat nog steeds. Vroeger was hij wat meer stilletjes en liet hij zich zien met voetballen. Nu zie je hem ook iets meer naar de voorgrond treden, maar hij hoeft niet alle aandacht.”

Ook bij Liverpool opereert hij het liefst op de achtergrond en laat hij zich alleen publiekelijk gelden als hij van mening is dat hij een verschil kan maken. Ploeggenoten hebben echter onthuld dat het Wijnaldum was die onlangs de initiator was van het statement dat Liverpool maakte in het kader van Black Lives Matters en de middenvelder liet enkele weken later via social media zijn afkeuring blijken over de vermeend racistische grap die Johan Derksen ten koste van rapper Akwasi maakte in een uitzending van Veronica Inside. 

Bij Liverpool rijgt hij ondertussen de prijzen aaneen. De ploeg won in 2019 de Champions League, was ook de beste op het WK voor Clubs en won in 2020 de Engelse Premier League. Het persoonlijke hoogtepunt van Wijnaldum is vermoedelijk de halve finale van het miljardenbal, waarin The Reds in Camp Nou met 3-0 verloren van Barcelona.  De Catalanen waanden zich veilig, tot de Engelsen op eigen bodem een onmogelijk geachte inhaalrace inzetten. Liverpool kwam voor rust op 1-0 en zette vol door toen Wijnaldum als invaller de tweede en derde goal aantekende. 

De Nederlander werd opvallend genoeg gepasseerd door Klopp en zat zich zichtbaar te verbijten op de reservebank, maar haalde zijn gram toen hij meteen na rust op het veld kwam voor verdediger Andrew Robertson. Klopp besloot va banque te gaan en Wijnaldum kreeg een aanvallende rol op het middenveld. Met zijn bij Feyenoord, PSV en Newcastle aangeleerde goalinstinct scoorde hij tweemaal binnen tien minuten en zag zijn ploeg doorstoten naar de tegen Tottenham Hotspur gewonnen finale toen Divock Origi de 4-0 tegen de touwen schoot.

Liverpool heeft bovendien een relatief jonge ploeg, die de komende jaren ook tot de favorieten voor alle prijzen mag worden gerekend. Het is echter de vraag of Wijnaldum daarbij gaat zijn,, want hij heeft nog een contract voor één jaar en op 29-jarige leeftijd weet hij als geen ander dat dit waarschijnlijk zijn laatste grote contract gaat worden. Door Engelse media werd recent al gespeculeerd over interesse van Juventus, Bayern München en Barcelona, maar Wijnaldum lijkt nergens heen te gaan.  

“Volgens mij wil Liverpool zijn contract graag verlengen en Wijnaldum weet wat hij hier heeft. Hij oogt altijd blij en gelukkig in Liverpool. Hij heeft daar ook alle reden toe, want hij speelt een sleutelrol in een bijzonder sterk team”, aldus clubwatcher Jones. Theo Lucius sluit zich aan bij die woorden en hoopt dat zijn voormalig ploeggenoot bij Feyenoord zijn verblijf op Anfield gaat verlengen. “Hij zit nu bij een van de mooiste clubs ter wereld en als Liverpool-fan zie ik hem graag blijven.”

“Wel heeft hij nu alles gewonnen daar, dus misschien dat hij nog een keer in Spanje of Italië wil spelen. Ik weet niet of hij meteen in de basis zou staan bij Barcelona of Real Madrid, maar met zijn status en kwaliteiten kan hij bij elke club van waarde zijn. Hij heeft altijd zijn eigen plan gevolgd en dat heeft altijd goed uitgepakt. Ik weet zeker dat hij de juiste keuze gaat maken en doet wat hij het beste acht voor zijn eigen toekomst.” 

Goede vriend Boy Waterman haakt in op de mogelijkheid van een transfer en verwacht niet dat Wijnaldum spoedig afscheid neemt van zijn succesvolle leven in Liverpool. “Waar moet hij dan naartoe? Hij heeft hier de Champions League en de Premier League gewonnen en ook bij Oranje gaat het top. Ik ben echt supertrots op hem.” Wijnaldum liet zich begin dit jaar ontvallen zo lang mogelijk op topniveau te willen acteren en hoopt zijn profcarrière vervolgens af te sluiten in Nederland, bij een van zijn oude clubs. 

Almeida rekent erop dat PSV en Sparta het niet gaan worden, al kocht Wijnaldum laatst wel een aantal seizoenkaarten van de Spangenaren. Daarmee gaf hij de clubkas een boost en de kaarten zijn verloot onder financieel armlastige supporters. “Als hij terug zou komen, zou dat denk ik bij Feyenoord zijn”, aldus zijn jeugdvriend. “Maar hij wil altijd winnen, dus het moet passen. Hij wil niet ondanks alles afsluiten bij Feyenoord. Het is afhankelijk van hoe het gaat. Als hij de kans krijgt en het op dat moment goed gaat met de club, zal hij het zeker doen.”

De aankomende jaren hoeft de Eredivisie hem echter nog niet terug te verwachten. Wijnaldum heeft de wereld aan zijn voeten en is nog altijd slechts 29 jaar, al blijft hij in de ogen van jeugdbegeleider Kenneth Butter altijd datzelfde kleine ventje dat ooit het pleintjes van de Nicolaasschool en Schiemond kapot speelde. “Ik vind het geweldig om te zien hoe ver hij het geschopt heeft. Als ik hem op televisie zie voetballen, ben ik elke keer weer trots. Ik denk dat hij de komende jaren nog veel meer goede dingen gaat laten zien.”