'Ik wil niet te snel afscheid nemen van zo'n grote club als Feyenoord'

Sven van Beek heeft zijn basisplaats bij Feyenoord eindelijk terug. De verdediger is niet van plan die weer snel af te staan, zeker niet na de tegenslagen die hij heeft overwonnen. Giovanni van Bronckhorst vertelde Van Beek afgelopen zomer dat hij koos voor het duo waarmee men in 2017 de landstitel pakte: Eric Botteghin en Jan-Arie van der Heijden. Van Beek was toen het hele kampioensjaar bezig geweest met revalideren van een voetblessure.

“De trainer zei: dit is nu mijn centrum, maar jouw kans komt wel weer. Dan weet je dat je keihard aan de bak moet om jezelf weer in de 'picture' te spelen”, vertelde Van Beek donderdagavond na de zege op VVV-Venlo (4-1), in gesprek met het ANP. “Niemand vindt het leuk om op de bank te zitten. Maar je moet verder en op de training elke dag keihard je best doen. Zo zit ik ook in elkaar.”

Botteghin raakte vorige week op de training geblesseerd en Van Beek greep zijn kans: de verdediger deed afgelopen zondag mee in de topper tegen PSV (2-1) en verscheen ook donderdag aan het startsignaal tegen VVV. “Dit is de kans waarop ik wachtte. Volgens mij heb ik het goed gedaan, dus ik ga ervan uit dat ik mag blijven staan.”

Van Beek verlengde in november zijn contract bij Feyenoord tot medio 2021, juist in de periode dat hij op de bank zat. “Ik heb vertrouwen in mezelf en weet wat ik kan. Ik ga altijd van mijn eigen kracht uit en wil niet te snel afscheid nemen van zo'n grote club als Feyenoord. Ik wist dat als ik keihard zou blijven werken, ik vanzelf m'n kans zou kunnen grijpen.”