‘Als ik nu zou spelen, zou ik heel wat vaker langs de kant staan’

Rinus Israël wordt vaak gememoreerd als een van de hardste verdedigers die de Eredivisie heeft gekend. De nu 73-jarige trainer in ruste maakte in de jaren zestig en zeventig naam bij Feyenoord en kwam ook tien jaar lang uit voor Oranje. Israël speelde 47 interlands en raadt de defensie van Nederland aan zich een over-mijn-lijk mentaliteit aan te meten voor de wedstrijd tegen IJsland.

Zo’n instelling, waarbij de verdedigers nietsontziend te werk gaan, ziet Israël naar eigen zeggen maar weinig terug in de Eredivisie. “Je moet er als een kerel staan, ’t zit in je bovenkamer. Een echte verdediger moet goed in de één-tegen-éénduels zijn en ook goed kunnen koppen”, somt Israël op in zijn vooruitblik voor De Telegraaf. Hij zegt dat het systeem van het WK 2014 ervoor zorgde dat er wat makkelijker kon worden verdedigd.

“Maar ik vind ook dat het voor verdedigers wat simpeler kan worden gemaakt als er voorin en op het middenveld wat meer druk naar voren wordt gegeven”, legt Israël uit in de ochtendkrant. Toch geeft hij ook aan dat er vroeger nu eenmaal harder en zwaarder werd ingegrepen omdat de arbitrage meer toestond en er toen geen tien camera’s waren die alles in de gaten hielden. Als Israël nu nog had gevoetbald, was hij misschien niet zo’n spijkerharder verdediger geweest. “Als ik nu zou spelen, zou ik heel wat vaker langs de kant staan dan in het veld”, vermoedt hij.