Beste bezoeker, je bent op een artikel over wedden terechtgekomen, maar je bent niet oud genoeg om deze content te lezen.

Beste bezoeker, je bent op een artikel over wedden terechtgekomen, maar je hebt eerder aangegeven deze content niet te willen zien.

Om content over online kansspelen volgens wet- en regelgeving te tonen, willen we zeker weten tot welke leeftijdsgroep u behoort.

Door je keuze te maken bevestig je dat je je bewust bent van de risico’s van online kansspelen en dat je momenteel niet bent uitgesloten van deelname aan kansspelen bij online kansspelaanbieders.
 

Helden, Schurken en Vreemde Vogels

Laatste update:

Even een korte enquête. Beantwoord voordat je verder leest, voor jezelf, even de volgende vragen.

- Wie waren de grootste helden die ooit uitkwamen voor het Nederlands Elftal?
- Welke Nederlandse internationals verdienen een plaatsje in de Hall of Shame?
- Wie waren de meest kleurrijke, boeiende personen die ooit speelden voor Oranje?

Over voetbalgrootheden als Johan Cruijff, Wim van Hanegem en Coen Moulijn zijn stoeptegeldikke boeken volgeschreven. Toch schuilen er wellicht nog boeiendere levensverhalen achter sommige van de zo strak kijkende, grotendeels vergeten gezichten op de zwart-witfoto’s uit het amateurtijdperk, vòòr 1954. De parttime voetballers die toen uitkwamen voor Oranje hadden veel meer ruimte voor een leven en loopbaan naast de voetballerij, waarin het er bovendien nog aanzienlijk minder formeel aan toe ging dan nu. Wat soms opmerkelijke situaties opleverde.

Willem Hesselink (1878-1973) was in 1892 één van de oprichters van Vitesse. Toen hij in 1902 in Duitsland ging studeren meldde hij zich aan bij het toen nog regionaal spelende clubje Bayern München, waar hij als twintiger niet alleen speler, maar tegelijkertijd ook trainer en voorzitter werd. Als actief sporter was hij naast voetbalinternational ook Nederlands kampioen verspringen en touwtrekken, en Gelders kampioen op de 1500 meter. Hesselink, die doctor was in de scheikunde en filosofie, werd later directeur van de Keuringsdienst van Waren in Arnhem, getuige-deskundige voor justitie en schrijver van medische boeken.

Dé Kessler (1891-1943) was eveneens een veelzijdig mens. Hij was voetbal- en cricketinternational en haalde als tennisser de finale van het Nederlands kampioenschap enkelspel. Hij was ook medeoprichter van SCC, nu één van de grootste Nederlandse cricketclubs. Daarnaast was hij meester in de rechten en doctorandus in de kunstgeschiedenis. In de oorlog nam hij Joodse onderduikers in huis. Zijn broer Tonny en zijn neven Boelie en Dolf haalden eveneens het Nederlands Elftal.

Kessler was niet de enige die international werd in twee takken van sport. Ook Constant Feith vertegenwoordigde Nederland als voetballer en als cricketer, terwijl Joop Odenthal, Henk Schijvenaar en Cor Wilders dit deden op zowel het voetbal- als het honkbalveld. Oscar van Rappard ging naar de Olympische Spelen als voetballer en als hordeloper, in die laatste sport was hij vijfvoudig Nederlands kampioen. Max Tetzner was tweevoudig landskampioen allround schaatsen en reed de Elfstedentocht uit. Ook Abe Lenstra stond bekend als één van de beste Nederlandse schaatsers van zijn tijd en liep daarnaast de 100 meter in 10,9 seconden. Op deze afstand behoorde Jan de Natris zelfs tot de officiële top drie van Nederland. Frits Kuipers won als roeier twee keer de Varsity en één keer de Koninklijke Holland Beker. Frans de Munck was Zeeuws kampioen speerwerpen. Gerrit Keizer was ook op twee fronten actief, maar wèl uitsluitend als voetballer: hij vertrok in 1930 naar Arsenal maar bleef op en neer vliegen naar Nederland om ook voor Ajax uit te kunnen blijven komen. Overigens kwam de doelman aanvankelijk naar Ajax als linksbuiten.

Verschillende vroege internationals waren na hun voetbalcarrière zo succesvol op een heel ander vlak dat ze niet eens hoofdzakelijk herinnerd worden als voetballers. Dit geldt onder meer voor Hans Boskamp. De eerder dit jaar overleden voormalige linksback werd na zijn voetbalcarrière zanger (hij was de eerste die ‘Aan de Amsterdamse Grachten’ opnam) en acteerde tot enkele jaren geleden nog in talloze films, tv-series en toneelstukken. Evert van Linge werd een beroemd architect en behoorde tot het kunstenaarscollectief De Ploeg. Hans Tetzner werd een prominente kniespecialist die onder meer Johan Cruijff als patiënt had.

Niet zelden kwamen de voetballoopbanen en maatschappelijke carrières van internationals met elkaar in de knoop. De verhalen over spelers die wedstrijden en zelfs interlands misten omdat ze geen vrije dag kregen van hun baas zijn talrijk. Het meest opmerkelijk geval was wellicht Ajacied Wim Anderiesen Senior. Het wilde wel eens gebeuren dat hij een wedstrijd moest laten schieten omdat hij op de tribune z’n geld stond te verdienen als politieagent. De legendarische Bok de Korver trok zich het lot aan van zijn tegenstanders die door hun werk minder tijd hadden om te trainen. Uit sportiviteit trainde hij principieel nooit.

Een maatschappelijke carrière naast het voetbal was vòòr 1954 noodzakelijk, de KNVB stond betaling immers niet toe. Wie in Nederland onder de tafel, of in het buitenland openlijk, een vergoeding accepteerde voor voetbaldiensten werd direct op de zwarte lijst gezet. Topspelers als Bram Appel, Beb Bakhuys, Bertus de Harder, Frans de Munck, Faas Wilkes en Cor van der Hart moesten hun interlandcarrière daardoor in de ijskast zetten. Ook met Wim Landman had de KNVB een appeltje te schillen. De doelman bleek zich om te hebben laten kopen en werd anderhalf jaar geschorst. Hij wist deze schande nooit te verwerken en sprong in 1975 op Rotterdam Centraal voor een trein. Iemand die op nog opmerkelijkere wijze in opspraak kwam was Arnold Hörburger. In 1910 viel hij tijdens de eerste helft van een interland tegen België geblesseerd uit, om na de rust weer zo fris als een hoentje het veld op te lopen. Het feit dat zijn eeneiige tweelingbroer Anton ook op niveau voetbalde maakte dit ietwat verdacht.

Er waren echter internationals die een stuk ernstiger in de fout gingen. De eerder genoemde Tonny Kessler was in de oorlog een directe medewerker van NSB-leider Anton Mussert en moest na de bevrijding vier jaar zitten. Ook 54-voudig Oranje-doelman Gejus van der Meulen zat na de oorlog enkele jaren in de cel, omdat hij vrijwillig bij de NSB en de SS was gegaan. De oorlogsmisdaden van Rieks de Haas, die verzetstrijder Johan Helmig verraadde, waren zelfs dermate ernstig dat tegen hem de doodstraf geëist werd. Hij kreeg uiteindelijk twaalf jaar cel. Daar tegenover stonden Rein Boomsma en Jur Haak. Ze zaten in het Nederlandse verzet en werden in de oorlog opgepakt. Ze stierven beiden in een concentratiekamp, respectievelijk in Neuengamme in 1943 en in Sachsenhausen in 1945.

Beantwoordt nu nogmaals de drie vragen aan het begin van dit artikel.

Meer nieuws

1
2

Meer sportnieuws

Reacties

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

Reageer

Je moet inloggen om te reageren. Heb je nog geen account? Dan kun je je gratis registreren. Inloggen

X

Inloggen op Voetbalzone

Leuk dat je actief wilt zijn op de grootste voetbal community van Nederland. Voor alle mogelijkheden lees je onze FAQ.

Gebruikersnaam
Wachtwoord
 
Wachtwoord vergeten?
Registreren